Mobiliteitsprojecten voor jongeren — “Uitwisseling Van Jongeren”
In het kader van deze actie1 kunnen organisaties en informele groepen jongeren steun ontvangen om projecten uit te voeren die jongeren uit verschillende landen samenbrengen opdat zij kunnen deelnemen aan uitwisselingen en kunnen leren buiten hun formele onderwijsstelsel.
Doelstellingen van de actie
Erasmus+ ondersteunt de niet-formele leermobiliteit van jongeren in de vorm van jongerenuitwisselingen, om jongeren zo warm te maken en in staat te stellen om actieve burgers te worden, hen aan het Europese project te verbinden en hen te helpen om competenties te verwerven en te ontwikkelen voor hun latere leven en hun professionele toekomst.
De uitwisseling van jongeren is meer specifiek bedoeld om:
- de interculturele dialoog te bevorderen en jongeren een Europagevoel bij te brengen;
- de vaardigheden en attitudes van jongeren te ontwikkelen;
- de Europese waarden te versterken en vooroordelen en stereotypen te ontkrachten;
- jongeren bewuster te maken van sociaal relevante thema’s en hen aldus te stimuleren om zich in te zetten voor de samenleving en actief deel te nemen aan het democratische leven.
De actie staat open voor alle jongeren, met bijzondere aandacht voor de kansarme jeugd.
Beleidscontext
De EU-strategie voor jongeren 2019-2027 vormt het kader voor de EU-samenwerking in jeugdzaken op basis van de resolutie van de Raad van 20182 . Met de strategie worden jongeren aangemoedigd deel te nemen aan het democratische leven, wordt hun maatschappelijke betrokkenheid en burgerzin gesteund en wordt ernaar gestreefd dat alle jongeren over de nodige middelen beschikken om te participeren in de samenleving. De EU-strategie voor jongeren omvat elf Europese jongerendoelstellingen waarin sectoroverschrijdende gebieden worden vastgesteld die van invloed zijn op het leven van jongeren.
In haar kerngebied “Verbinden” bevordert de EU-strategie voor jongeren de verbondenheid en uitwisseling van ervaringen tussen jongeren als een onontbeerlijke troef voor de toekomstige ontwikkeling van de EU. Deze verbondenheid kan het best worden gestimuleerd aan de hand van verschillende vormen van mobiliteit, zoals jongerenuitwisselingen en DiscoverEU. In het kader van “Betrekken” bevordert de strategie de participatie van jongeren, bijvoorbeeld door middel van activiteiten op het gebied van jongerenparticipatie en de EU-jongerendialoog. In het kader van “Sterker maken” bevordert de strategie kwalitatief hoogwaardig jeugdwerk door bijvoorbeeld mobiliteit en samenwerking tussen jeugdwerkers, opleiding en netwerkvorming.
Projecten en activiteiten in alle vormen en sectoren kunnen inspiratie opdoen uit en bijdragen aan de EU-strategie voor jongeren. Dit kan worden gedaan door na te gaan of en hoe het project bijdraagt tot de verwezenlijking van:
- de Europese jongerendoelstellingen3 ;
- het jeugdwerkbeleid van de EU4 ,5 ;
- het EU-beleid inzake leermobiliteit6 ,7 ;
- de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd8 .
Voor ondersteuning bij de wijze waarop projecten kunnen worden gekoppeld aan de EU-strategie voor jongeren, kunt u contact opnemen met uw nationaal agentschap of de Salto-onderzoekscentra.
De EU-strategie voor jongeren is beschikbaar op: https://youth.europa.eu/strategy_nl.
Thematische strategieën op het gebied van jeugdzaken
Het Erasmus+-programma is bedoeld om de participatie van jongeren, de verbetering van de kwaliteit van informele en niet-formele leerprocessen en de ontwikkeling van kwaliteitsvol jeugdwerk te bevorderen. Verdere steun op deze gebieden is beschikbaar via specifieke thematische strategieën, zoals de strategie voor jongerenparticipatie, Youthpass en de Europese opleidingsstrategie (ETS)9 .
Beschrijving van de activiteiten
Uitwisseling van jongeren
Uitwisselingen van jongeren zijn bijeenkomsten van groepen jongeren uit ten minste twee verschillende landen, die voor een korte periode bijeenkomen om samen een niet-formeel leerprogramma uit te voeren (een mix van workshops, oefeningen, debatten, rollenspellen, simulaties, buitenactiviteiten enz.) rond een thema dat hen interesseert en geïnspireerd is door de Europese jongerendoelstellingen10 . De leerperiode omvat een planningperiode vóór de aanvraag, een voorbereidende fase evenals een evaluatie en follow-up na de uitwisseling.
De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidieverlening in het kader van uitwisselingen van jongeren: academische studiereizen; uitwisselingsactiviteiten die gericht zijn op het maken van financiële winst; uitwisselingsactiviteiten die kunnen worden aangemerkt als toerisme; festivals; vakantiereizen; tournees, statutaire vergaderingen, door volwassenen gegeven opleidingscursussen voor jongeren.
Voorbereidende bezoeken
Als onderdeel van de uitwisseling van jongeren kunnen de projecten ook voorbereidende bezoeken omvatten. Voorbereidende bezoeken hebben tot doel activiteiten van hoge kwaliteit te waarborgen door administratieve regelingen te vergemakkelijken en voor te bereiden, vertrouwen en begrip op te bouwen en een solide partnerschap tussen de betrokken organisaties en mensen tot stand te brengen. In het geval van jongerenuitwisselingen met onder meer kansarme jongeren moet het voorbereidende bezoek ervoor zorgen dat zal worden voorzien in de specifieke behoeften van de deelnemers. Het voorbereidende bezoek vindt plaats in het land van een van de ontvangende organisaties voordat de jongerenuitwisselingsactiviteit van start gaat.
Een project opzetten
Een project wordt uitgevoerd door minstens twee organisaties. Alle betrokken organisaties moeten in de aanvraagfase worden geïdentificeerd, aangezien een stevig partnerschap een fundamentele voorwaarde is voor projectresultaten van hoge kwaliteit. Om ervoor te zorgen dat de betrokken organisaties voordeel halen uit hun deelname, moet het project relevant zijn voor hun reguliere werkzaamheden met jongeren en overeenstemmen met hun doelstellingen en behoeften. De betrokken organisaties fungeren als “uitzendende” en/of “ontvangende” deelnemers. Het laatste betekent dat zij optreden als gastheer voor de activiteit. Een van de organisaties neemt ook de rol van coördinator op zich en dient namens het partnerschap de aanvraag voor financiering in.
Een project verloopt in vier stadia: planning, voorbereiding, uitvoering en follow-up. Zowel de deelnemende organisaties als de jongeren die bij projectactiviteiten betrokken zijn, moeten een actieve rol opnemen tijdens al die stadia en zo hun leerervaring versterken.
- planning: vaststelling van de behoeften, doelstellingen, leerresultaten, activiteitsvormen, uitwerking van het werkprogramma, tijdschema van de activiteiten enz. voordat de aanvraag wordt ingediend;
- voorbereiding: praktische regelingen, sluiten van overeenkomsten met partners, taalkundige/interculturele/leer- en taakgerelateerde voorbereiding van deelnemers vóór het vertrek enz.;
- uitvoering van de activiteiten;
- follow-up: evaluatie van de activiteiten, vaststelling en documentatie van de leerresultaten van de deelnemers, verspreiding en gebruik van de projectresultaten.
Een jongerenuitwisseling van goede kwaliteit:
- berust op de actieve betrokkenheid van de jongeren en deelnemende organisaties, die beide in alle vier de stadia van het project een actieve rol moeten vervullen en op die manier hun leerervaring en persoonlijke ontwikkeling versterken;
- is erop gericht diverse groepen deelnemers te betrekken en bouwt voort op deze diversiteit;
- vertrekt van de duidelijk omschreven behoeften van de jonge deelnemers;
- zorgt ervoor dat de niet-formele en informele leerresultaten van de deelnemers correct in kaart worden gebracht en gedocumenteerd;
- moedigt de deelnemers ertoe aan na te denken over Europese thema’s en waarden.
Leerproces
Bij het opzetten van een jongerenuitwisseling in het kader van niet-formeel leren moet ten minste een deel van de gewenste leerresultaten vooraf worden gepland, zodat passende leermogelijkheden zijn gegarandeerd. De jongeren die deelnemen aan projectactiviteiten, moeten bijdragen aan de identificatie van hun eigen behoeften en vermelden wat zij willen leren of verder wensen te ontwikkelen aan de hand van de uitwisseling.
De deelnemers moeten ook zoveel mogelijk worden betrokken bij het ontwerp en de ontwikkeling van de activiteit (de opzet van het programma, de gehanteerde werkmethoden en de taakverdeling) en nadenken over hoe ze zich kunnen voorbereiden om tijdens de uitwisseling zoveel mogelijk op te steken en aan zichzelf te werken.
Na afloop van de kernactiviteit moet aan de deelnemers feedback worden gevraagd, moeten zij worden aangespoord na te denken over wat zij allemaal hebben geleerd en hoe zij die leerresultaten kunnen benutten. Voorts moeten de deelnemers een mogelijke follow-up van de activiteit overwegen. Dit kan individueel gebeuren en, waar mogelijk, in groepsvorm.
Organisaties moeten het leerproces en het in kaart brengen en documenteren van de leerresultaten ondersteunen, met name aan de hand van Youthpass.
Kwaliteitsnormen voor Erasmus Jeugd
De uitvoering van alle projecten die steun krijgen uit hoofde van deze actie moet voldoen aan de kwaliteitsnormen voor Erasmus Jeugd voor het organiseren van hoogwaardige activiteiten in het kader van leermobiliteit. De kwaliteitsnormen voor Erasmus Jeugd hebben betrekking op de basisbeginselen van de actie en op de concrete praktijken voor de uitvoering van projecttaken, zoals de selectie en voorbereiding van deelnemers, de vaststelling, evaluatie en erkenning van de leerresultaten, het delen van projectresultaten enz. De kwaliteitsnormen voor Erasmus Jeugd zijn te vinden op: https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/documents/erasmus-quality-standards-mobility-projects-youth_en.
Bescherming en veiligheid van deelnemers
Bij een uitwisseling van jongeren zijn groepsleiders betrokken. Groepsleiders houden toezicht op de deelnemers en steunen hen om tijdens de kernactiviteit een hoogwaardig leerproces te kunnen garanderen. Tegelijkertijd zorgen zij voor een veilige, respectvolle en niet-discriminerende omgeving en voor de bescherming van de projectdeelnemers. Tijdens de planning en voorbereiding van de jongerenuitwisseling moeten de bescherming en veiligheid van de deelnemers aandachtspunten zijn en moeten alle nodige maatregelen zijn getroffen om risico’s te voorkomen/beperken.
Horizontale dimensies
Bij de ontwikkeling van een mobiliteitsproject moeten de volgende horizontale dimensies in overweging worden genomen:
Inclusie en diversiteit
Het Erasmus+-programma beoogt gelijke kansen en toegang, inclusie en billijkheid in al zijn acties te bevorderen. Organisaties die in het kader van deze actie steun ontvangen, moeten toegankelijke en inclusieve projectactiviteiten opzetten, waarbij zij rekening moeten houden met de standpunten van kansarme deelnemers en hen bij het besluitvormingsproces moeten betrekken.
Uitwisselingen van jongeren zijn bijzonder goed geschikt voor de inclusie van kansarme jongeren:
- groepsmobiliteit biedt hen de internationale mobiliteitservaring in de veilige omgeving van een groep;
- door de korte duur van een uitwisseling voor jongeren kunnen ook kansarme jongeren hieraan deelnemen;
- doordat plaatselijke deelnemers bij de uitwisseling betrokken zijn, is het gemakkelijker om voor het eerst aan een Europees project deel te nemen.
Uitwisselingen van jongeren zijn ook geschikt om te werken aan inclusie en diversiteit als onderwerp van het project, bijvoorbeeld door stereotypen te ontkrachten en begrip, tolerantie en non-discriminatie te bevorderen. tijdens het hele project moet bewust worden omgegaan met inclusie en diversiteit. Tijdens de planning, voorbereiding, uitvoering en follow-up moeten deze aspecten in beschouwing worden genomen.
Milieuduurzaamheid
Een uitwisseling van jongeren moet bij de deelnemers milieuduurzaam en verantwoord gedrag bevorderen, zodat zij zich er bewuster van worden dat het belangrijk is te handelen met het oog op de verkleining of compensatie van de milieuvoetafdruk van de mobiliteitsactiviteiten. Een uitwisseling van jongeren moet milieubewust worden ontworpen en uitgevoerd door bijvoorbeeld duurzame praktijken te integreren zoals de keuze van herbruikbare of milieuvriendelijke materialen, afvalbeperking en recycling, en duurzame vervoermiddelen.
Digitale transformatie op het gebied van jeugdzaken
Het Erasmus+-programma ondersteunt alle deelnemende organisaties bij het integreren van het gebruik van digitale hulpmiddelen en leermethoden als aanvulling op hun fysieke activiteiten, om de samenwerking tussen partnerorganisaties te verbeteren en ook de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren. De invoering van digitale en online elementen om de participatiedrempel voor kansarme jongeren te verlagen, wordt aangemoedigd. Aan de hand van projecten en activiteiten die digitale vaardigheden verbeteren, digitale geletterdheid bevorderen en/of inzicht verschaffen in de risico’s en kansen van digitale technologie kan het programma dienen om een mentaliteitsverandering tot stand te brengen en bij te dragen tot de ontwikkeling van digitale en gemengde benaderingen in jeugdactiviteiten.
Afhankelijk van de opzet en doelstellingen van de activiteiten kunnen de ontwikkeling van competenties en bewustzijn van digitale kwesties, en het gebruik van nieuwe technologieën worden geïntroduceerd in leermobiliteit.
De nationale agentschappen bieden via hun opleidings- en samenwerkingsactiviteiten een reeks opleidingsmogelijkheden voor jeugdwerkers en jeugdleiders aan, ook met betrekking tot de ondersteuning van de digitale transformatie op het gebied van jeugdzaken. Dit aanbod wordt gepubliceerd in de European Training Calendar: https://www.salto-youth.net/tools/european-training-calendar/. Inspiratie kan ook worden opgedaan bij de hulpmiddelen van Salto: https://www.salto-youth.net/tools/.
Deelname aan het democratische proces, gemeenschappelijke waarden en maatschappelijke betrokkenheid
Het Erasmus+-programma ondersteunt de deelname van jongeren. Waar mogelijk moeten projecten in het kader van deze actie mogelijkheden bieden voor democratische participatie, met inbegrip van maatschappelijke betrokkenheid en de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op en deel te nemen aan de besluitvorming in aangelegenheden die hen aangaan, door middel van zinvolle leerervaringen die jongeren aanmoedigen om voor, tijdens en na hun deelname aan een mobiliteitsactiviteit maatschappelijk betrokken te zijn. Mobiliteitsprojecten voor jongeren moeten jongeren ook relevante mogelijkheden bieden om actief betrokken te zijn bij en deel te nemen aan het ontwerp en de uitvoering van projectactiviteiten als een traject voor deelnemers om verder deel te nemen aan het democratische leven11 . Bovendien moeten zij de deelnemers tevens een beter begrip bijbrengen van de Europese Unie en de gemeenschappelijke Europese waarden, met inbegrip van de eerbiediging van de democratische beginselen, de menselijke waardigheid, eenheid en diversiteit, de interculturele dialoog, en het Europese maatschappelijke, culturele en historische erfgoed.
Subsidiabiliteitscriteria
De hieronder vermelde subsidiabiliteitscriteria gelden voor standaardprojecten voor de uitwisseling van jongeren. Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk van deze gids voor meer informatie over accreditaties.
Wie kan een aanvraag indienen?
Elke in aanmerking komende deelnemende organisatie of informele groep jongeren gevestigd in een EU-lidstaat of een met het programma geassocieerd derde land kan een aanvraag indienen. Deze organisatie dient de aanvraag in namens alle deelnemende organisaties die bij het project betrokken zijn12 .
In aanmerking komende deelnemende organisaties
Deelnemende organisaties kunnen zijn:
- organisaties of verenigingen zonder winstoogmerk, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s); Europese jeugd-ngo’s; lokale, regionale of nationale publieke organen; sociale ondernemingen; organen met winstoogmerk die zich inzetten voor maatschappelijk verantwoord ondernemen;
- informele groepen jongeren13
gevestigd in een EU-lidstaat of een met het programma geassocieerd derde land of een niet met het programma geassocieerd derde land dat een buurland is van de EU (regio’s 1 tot en met 4; zie deel A van deze gids onder “Begunstigde landen”).
Aantal deelnemende organisaties
Er moeten minstens twee deelnemende organisaties (ten minste één uitzendende en ten minste één ontvangende organisatie) uit verschillende landen bij betrokken zijn.
Dezelfde organisatie (één OID) kan niet als aanvrager of partner betrokken zijn bij meer dan vijf aanvragen per termijn voor deze actie.
Projectduur
3 tot 24 maanden.
Waar aanvragen?
Bij het nationale agentschap in het land waar de aanvrager is gevestigd.
Wanneer aanvragen?
De aanvragers moeten hun subsidieaanvraag uiterlijk indienen op:
- 12 februari om 12:00:00 uur (’s middags, Belgische tijd) voor projecten die van start gaan tussen 1 juni en 31 december van datzelfde jaar
- 1 oktober om 12:00:00 uur (’s middags, Belgische tijd) voor projecten die van start gaan tussen 1 januari en 31 mei van het daaropvolgende jaar.
Mogelijke aanvullende ronde:
nationale agentschappen kunnen beslissen om een aanvullende ronde te openen. De nationale agentschappen delen de aanvragers via hun website mee dat de aanvullende ronde is geopend.
Indien een aanvullende ronde wordt georganiseerd, moeten aanvragers hun aanvraag uiterlijk indienen op 7 mei om 12:00:00 uur (’s middags, Belgische tijd) voor projecten die van start gaan tussen 1 augustus en 31 december van datzelfde jaar.
Hoe aanvragen?
In deel C van deze gids wordt uiteengezet hoe de aanvraag wordt ingediend.
Bijlagen
Voor elke geplande uitwisseling van jongeren en voor elk gepland voorbereidend bezoek van het project moet een tijdschema bij het aanvraagformulier worden gevoegd.
Minimumvereisten voor jongerenuitwisselingen
Duur van de activiteit
5 tot 21 dagen, exclusief reisdagen.
Locatie(s) van de activiteit
De activiteit moet plaatsvinden in het land van een van de deelnemende organisaties (of in verschillende landen als er sprake is van rondreizende activiteiten).
Uitzondering: Er kunnen geen activiteiten plaatsvinden in Belarus of Rusland.
Aantal deelnemende organisaties
Er moeten minstens twee deelnemende organisaties (ten minste één uitzendende en ten minste één ontvangende organisatie) uit verschillende landen bij betrokken zijn14 .
Activiteiten in EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen: alle deelnemende organisaties moeten uit een EU-lidstaat of een met het programma geassocieerd derde land afkomstig zijn.
Activiteiten met niet met het programma geassocieerde derde landen die buurlanden zijn van de EU: bij de activiteit moet minstens één deelnemende organisatie uit een EU-lidstaat of een met het programma geassocieerd derde land betrokken zijn alsook één deelnemende organisatie uit een niet met het programma geassocieerd derde land dat een buurland is van de EU (regio’s 1 tot en met 4).
In aanmerking komende deelnemers
Jongeren tussen 13 en 30 jaar15 die in de landen van hun uitzendende en ontvangende organisaties wonen.
Groepsleiders, faciliterende medewerkers en begeleiders worden niet beschouwd als deelnemers aan de activiteit, maar komen in aanmerking voor steun in het kader van bepaalde begrotingsrubrieken. Zij moeten ten minste 18 jaar oud zijn.
Aantal deelnemers per activiteit en samenstelling van nationale groepen
Minimaal 16 en maximaal 60 deelnemers per activiteit, minimaal 4 deelnemers per groep. Groepsleiders, faciliterende medewerkers en begeleiders worden niet meegerekend in het aantal deelnemers.
In het geval van jongerenuitwisselingen waarbij uitsluitend kansarme jongeren betrokken zijn, is er een minimum van tien deelnemers.
Minimaal twee groepen jongeren uit twee verschillende landen.
Elke groep moet minstens één groepsleider hebben. Maximaal twee faciliterende medewerkers per activiteit.
Overige criteria
Minstens een van de uitzendende organisaties of de ontvangende organisaties van de activiteit moet afkomstig zijn uit het land van het nationale agentschap waarbij de aanvraag wordt ingediend.
Minimumvereisten voor voorbereidende bezoeken
Locatie(s) van de activiteit
De activiteit moet plaatsvinden in het land van een van de ontvangende organisaties voor de jongerenuitwisselingsactiviteit.
Uitzondering: Er kunnen geen activiteiten plaatsvinden in Belarus of Rusland.
In aanmerking komende deelnemers
Vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties, faciliterende medewerkers, groepsleiders en jongeren16 .
Toekenningscriteria
De ingediende aanvragen worden beoordeeld door toekenning van een aantal punten op een totaal van 100 punten aan de hand van de onderstaande criteria en scores. Om in aanmerking te komen voor toekenning moeten de aanvragen de volgende drempelwaarden overschrijden:
- ten minste 60 van de 100 punten; en
- ten minste de helft van het maximumaantal punten in elk van de drie onderstaande toekenningscriteria.
Relevantie, motivering en effecten (maximaal 30 punten)
De mate waarin:
- het profiel van de aanvrager, zijn ervaring en activiteiten, en de doelgroep jongeren relevant zijn op het gebied van jeugdzaken;
- het project een of meer prioriteiten van de EU-jongerendialoog of de jongerendoelstellingen zal aanpakken;
- het project geschikt is om bij te dragen aan de inclusie en diversiteit en aan de groene, digitale en participatieve dimensies van het programma;
- het project relevant is voor de doelstellingen van de actie;
- het project relevant is voor de eerbiediging en bevordering van gedeelde EU-waarden, zoals eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, en de bestrijding van elke vorm van discriminatie;
- het project en de voorgestelde activiteiten de behoeften van de deelnemende organisaties en deelnemers aan de uitwisseling aanpakken;
- het project deelnemers in staat stelt hoogwaardige leerresultaten te behalen;
- het project waarschijnlijk gevolgen zal hebben voor de deelnemers en deelnemende organisaties tijdens en na afloop van het project en buiten de organisaties en personen die rechtstreeks deelnemen aan het project, op lokaal, regionaal, nationaal en/of Europees of mondiaal niveau;
- het project nieuwe deelnemers en minder ervaren organisaties bij de actie betrekt.
Kwaliteit van het projectontwerp (maximaal 40 punten)
De mate waarin:
- in het voorstel alle fasen van het project duidelijk en volledig worden beschreven: voorbereiding, uitvoering van activiteiten en follow-up en betrokkenheid van jongeren in alle fasen van de activiteiten;
- de vertegenwoordiging van deelnemers op het gebied van landen en geslacht evenwichtig is en de activiteiten zijn ontworpen op een toegankelijke en inclusieve manier en openstaan voor deelnemers met diverse achtergronden en capaciteiten;
- de activiteiten duurzame en milieuvriendelijke praktijken integreren;
- de voorgestelde leermethoden, met inbegrip van alle online-/digitale componenten, geschikt zijn voor de activiteiten;
- het bezinningsproces, het in kaart brengen en documenteren van de leerresultaten van de deelnemers, en het gebruik van Europese instrumenten voor transparantie en erkenning, met name Youthpass, passend zijn.
Kwaliteit van het projectbeheer (maximaal 30 punten)
De mate waarin:
- de kwaliteit van de praktische regelingen, beheersvoorschriften en vormen van ondersteuning bevredigend zijn;
- de vastgestelde maatregelen om de veiligheid en bescherming van de deelnemers te waarborgen, adequaat en doeltreffend zijn;
- de taken en verantwoordelijkheden voor de activiteiten duidelijk zijn omschreven in overeenstemming met de kwaliteitsnormen voor Erasmus;
- het plan voor de samenwerking en communicatie tussen de deelnemende organisaties en met andere relevante belanghebbenden een ondersteunend kader biedt voor het beheer van het project;
- de door de aanvrager voorgestelde manier geschikt is om de verschillende fasen en resultaten van het project ten aanzien van de doelstellingen ervan te evalueren;
- de door de aanvrager voorgestelde manier geschikt is om de projectresultaten te verspreiden binnen en buiten de deelnemende organisaties;
- het project maatregelen omvat die bedoeld zijn om de resultaten ervan te laten voortduren nadat het project afgelopen is.
Financieringsregels
Begrotingsrubriek - Organisatorische steun
Subsidiabele kosten en toepasselijke regels
Kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van mobiliteitsactiviteiten.
Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.
Toewijzingsregel: op basis van het aantal deelnemers. Groepsleiders, faciliterende medewerkers en begeleiders komen niet in aanmerking voor organisatorische steun.
Bedrag
125 EUR per deelnemer aan een jongerenuitwisseling
Begrotingsrubriek - Reiskosten
Subsidiabele kosten en toepasselijke regels
Tegemoetkoming in de kosten die deelnemers, met inbegrip van groepsleiders, begeleiders en faciliterende medewerkers, maken om van de plaats van oorsprong naar de locatie van de activiteit en terug te reizen.
Onder de 500 km zullen de deelnemers in de regel met emissiearme vervoermiddelen reizen.
Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.
Toewijzingsregel: op basis van de reisafstand en het aantal personen.
De aanvrager moet de afstand tussen de plaats van oorsprong en de locatie van de activiteit17 aangeven met behulp van de door de Europese Commissie ondersteunde afstandscalculator18 .
Voor rondreizende activiteiten moet de aanvrager de afstanden tussen de afzonderlijke locaties optellen en de reisafstandscategorie selecteren die overeenkomt met het totaal19 .
Bedrag
Reisafstand | Groen reizen | Niet-groen reizen |
---|---|---|
10 – 99 km | 56 EUR | 28 EUR |
100 – 499 km | 285 EUR | 211 EUR |
500 – 1 999 km | 417 EUR | 309 EUR |
2000 – 2999 km | 535 EUR | 395 EUR |
3000 – 3999 km | 785 EUR | 580 EUR |
4000 – 7999 km | 1188 EUR | 1188 EUR |
8 000 km of meer | 1735 EUR | 1735 EUR |
Begrotingsrubriek - Individuele steun
Subsidiabele kosten en toepasselijke regels
Verblijfkosten.
Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.
Toewijzingsregel: op basis van het ontvangende land, de duur van de activiteit per deelnemer, groepsleider, begeleider en faciliterende medewerker (indien nodig), met inbegrip van één reisdag vóór de activiteit en één reisdag na de activiteit, en maximaal vier aanvullende dagen voor deelnemers, groepsleiders, begeleiders en faciliterende medewerkers die een subsidie voor groen reizen ontvangen.
Bedrag
Tabel A2.1 per deelnemer per dag
Begrotingsrubriek - Steun voor inclusie
Subsidiabele kosten en toepasselijke regels
Inclusiesteun voor organisaties: kosten in verband met de organisatie van mobiliteitsactiviteiten waarbij kansarme deelnemers betrokken zijn. Groepsleiders, faciliterende medewerkers en begeleiders komen niet in aanmerking voor inclusiesteun voor organisaties.
Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.
Toewijzingsregel: op basis van het aantal kansarme deelnemers.
Bedrag
125 EUR per deelnemer aan een jongerenuitwisseling
Inclusiesteun voor deelnemers:Extra kosten die rechtstreeks verband houden met kansarme deelnemers en hun begeleiders, groepsleiders en faciliterende medewerkers (inclusief gerechtvaardigde reis- en verblijfkosten, voor zover voor deze deelnemers geen subsidie is aangevraagd in het kader van de rubrieken “reiskosten” of “individuele steun”).
Financieringsmechanisme: werkelijke kosten.
Toewijzingsregel: de aanvraag moet worden gemotiveerd door de aanvrager en door het nationale agentschap worden goedgekeurd.
Bedrag
100 % van de subsidiabele kosten
Begrotingsrubriek - Ondersteuning voorbereidend bezoek
Subsidiabele kosten en toepasselijke regels
Kosten in verband met een voorbereidend bezoek, met inbegrip van reis- en verblijfkosten.
Financieringsmechanisme: eenheidskosten.
Toewijzingsregel: deelnemers van de ontvangende organisatie zijn uitgesloten van deze vorm van steun. Er kunnen maximaal twee deelnemers per deelnemende organisatie worden gefinancierd, op voorwaarde dat de tweede deelnemer een jongere is. Bovendien kan er per voorbereidend bezoek ook één faciliterende medewerker worden gefinancierd. Voorwaarde: de noodzaak van een voorbereidend bezoek en de doelstellingen en deelnemers moeten worden gemotiveerd door de aanvrager en door het nationale agentschap worden goedgekeurd. Deze voorwaarde geldt niet voor projecten die uit hoofde van het accreditatiesysteem worden gefinancierd.
Bedrag
680 EUR per deelnemer per voorbereidend bezoek.
Begrotingsrubriek - Buitengewone kosten
Subsidiabele kosten en toepasselijke regels
Kosten voor een financiële garantie, indien het nationaal agentschap daarom verzoekt.
Visum- en visumgerelateerde kosten, verblijfsvergunningen, vaccinaties en medische certificaten.
Hoge reiskosten van deelnemers, met inbegrip van begeleiders, groepsleiders, opleiders en faciliterende medewerkers, die vanwege de afgelegen ligging of andere belemmeringen niet kunnen worden gedekt met de categorie “standaardreis” (d.w.z. wanneer het gebruik van schonere vervoermiddelen met lagere CO2-uitstoot leidt tot hoge reiskosten). Indien deze worden toegekend, vervangen de buitengewone kosten voor dure reizen de steun voor reiskosten op basis van eenheidskosten.
Financieringsmechanisme: werkelijke kosten.
Toewijzingsregel: de aanvraag moet worden gemotiveerd door de aanvrager en door het nationale agentschap worden goedgekeurd.
Hoge reiskosten gelden wanneer de ondersteuning van de reiskosten op basis van de eenheidskosten minder dan 70 % van de reiskosten van de deelnemers omvat. Indien deze worden toegekend, vervangen de buitengewone kosten voor dure reizen de subsidie voor niet-groen reizen.
Bedrag
Financiële garantie: 80 % van de subsidiabele kosten
Hoge reiskosten: 80 % van de subsidiabele reiskosten
Visum- en visumgerelateerde kosten, verblijfsvergunningen, vaccinaties en medische certificaten: 100 % van de subsidiabele kosten
Tabel A2.1 Individuele steun voor jongerenuitwisselingen
Individuele steun (in euro’s per dag) | |
---|---|
Oostenrijk | 78 |
België | 78 |
Bulgarije | 45 |
Kroatië | 57 |
Cyprus | 63 |
Tsjechië | 53 |
Denemarken | 81 |
Estland | 48 |
Finland | 79 |
Frankrijk | 67 |
Duitsland | 71 |
Griekenland | 68 |
Hongarije | 60 |
IJsland | 76 |
Ierland | 73 |
Italië | 69 |
Letland | 48 |
Liechtenstein | 77 |
Litouwen | 49 |
Luxemburg | 77 |
Malta | 57 |
Nederland | 69 |
Noord-Macedonië | 41 |
Noorwegen | 83 |
Polen | 51 |
Portugal | 57 |
Roemenië | 46 |
Servië | 47 |
Slowakije | 48 |
Slovenië | 54 |
Spanje | 58 |
Zweden | 72 |
Turkije | 50 |
Niet met het programma geassocieerde derde landen die buurlanden zijn van de EU | 44 |
- Het grootste deel van het budget voor deze actie wordt toegewezen ter ondersteuning van transnationale activiteiten waarbij organisaties en deelnemers uit EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen zijn betrokken. Maximaal 25 % van het beschikbare budget kan evenwel worden benut om internationale mobiliteitsactiviteiten te subsidiëren, met inbegrip van organisaties en deelnemers uit niet met het programma geassocieerde derde landen die buurlanden zijn van de EU (regio’s 1 tot en met 4 ; zie deel A van deze gids onder “Begunstigde landen”). ↩ back
- https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX: 42018 Y 1218 ( 01 ) . ↩ back
- https://youth.europa.eu/strategy/european-youth-goals_nl . ↩ back
- https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/PDF/?uri=uriserv:OJ.C_. 2020 . 415 . 01 . 0001 . 01 .NLD . ↩ back
- https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=OJ:C_ 202403526 . ↩ back
- https://eur-lex.europa.eu/eli/C/ 2024 / 3364 . ↩ back
- https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX% 3 A 32022 H 0411 % 2801 % 29 . ↩ back
- https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM: 2024 : 1 :FIN . ↩ back
- De strategieën zijn te vinden op: https://www.salto-youth.net/ . ↩ back
- De Europese jongerendoelstellingen zijn ontwikkeld in het kader van de EU-strategie voor jongeren. Deze doelstellingen brengen sectoroverschrijdende gebieden in kaart die van invloed zijn op het leven van jongeren en wijzen op uitdagingen. https://youth.europa.eu/strategy/european-youth-goals_nl . ↩ back
- Voor bronnen en inspiratie, zie de module 7 (Mobiliteitsprojecten voor jongeren) en module 12 (Plannen voor participatie) van de door Salto participatie en informatie opgestelde toolkit voor jongerenparticipatie: https://participationpool.eu/toolkit/ . ↩ back
- Deelnemende organisaties moeten een volmacht voor de aanvragende organisatie ondertekenen. De volmachten moeten worden verstrekt bij de aanvraag en ten laatste op het moment waarop de subsidieovereenkomst wordt ondertekend. Zie deel C van deze gids voor meer informatie. ↩ back
- Groep van ten minste vier jongeren van 13 tot 30 jaar oud. Een van de groepsleden die minimaal 18 jaar oud moet zijn, neemt de rol van vertegenwoordiger op zich en aanvaardt de verantwoordelijkheid namens de groep. U vindt de definitie van een informele groep jongeren in de verklarende termenlijst. In het kader van deze actie en de bepalingen in verband daarmee valt “een informele groep jongeren” onder het begrip “deelnemende organisatie”. Wanneer naar een “deelnemende organisatie” wordt verwezen, houdt dit in dat ook naar een “informele groep jongeren” wordt verwezen. ↩ back
- Indien meerdere organisaties uit hetzelfde land één nationale groep vormen, kan elke organisatie haar eigen groepsleider hebben. ↩ back
- Verder moet met de volgende punten rekening worden gehouden: minimale leeftijdsgrenzen — deelnemers moeten de minimumleeftijd hebben bereikt op de dag dat de activiteit van start gaat; maximale leeftijdsgrenzen — deelnemers mogen niet ouder zijn dan de aangegeven maximumleeftijd op de dag dat de activiteit van start gaat. ↩ back
- Van personen die deelnemen aan voorbereidende bezoeken wordt verwacht dat zij ook aan de hoofdactiviteit deelnemen. ↩ back
- Bijvoorbeeld , indien iemand uit Madrid (Spanje) deelneemt aan een activiteit in Rome (Italië), zal de aanvrager de afstand van Madrid naar Rome berekenen ( 1 365 , 28 km) en vervolgens de toepasselijke reisafstandscategorie selecteren (bv. tussen 500 en 1 999 km). ↩ back
- https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/distance-calculator_nl . ↩ back
- Indien bijvoorbeeld iemand uit Madrid (Spanje) deelneemt aan een rondtrekkende activiteit die eerst in Rome (Italië) en vervolgens in Ljubljana (Slovenië) plaatsvindt, moet de aanvrager eerst a) de afstand van Madrid naar Rome berekenen ( 1 365 , 28 km), dan van Rome naar Ljubljana ( 489 , 75 km) en vervolgens beide afstanden bij elkaar optellen ( 1 855 , 03 km), b) de toepasselijke categorie van de reisafstand selecteren (in dit geval tussen 500 en 1 999 km) en c) het bedrag berekenen van de EU-subsidie als bijdrage in de reiskosten van de deelnemer van Madrid naar Ljubljana (via Rome) en terug ( 275 EUR). ↩ back