Erasmus+ helpt bij de organisatie van studenten- en promovendi-uitwisselingen.
Uitwisselingen zijn mogelijk
- binnen landen die volledig deelnemen aan het Erasmus+-programma
- naar en uit met Erasmus+ geassocieerde landen
Waarom in het buitenland gaan studeren?
- om je communicatieve, taal- en interculturele vaardigheden te verbeteren
- om zachte vaardigheden te verwerven die werkgevers interessant vinden
- om je studie te combineren met een stage in het buitenland om werkervaring op te doen
Korte uitleg
Aanmelden
Er is geen centraal aanvraagformulier om in het buitenland te studeren met Erasmus+.
Je kunt contact opnemen met het internationale of Erasmus+-bureau van je universiteit of instelling voor hoger onderwijs om een aanvraag in te dienen.
Je uitzendende instelling voor hoger onderwijs moet de kandidaten op een eerlijke en transparante manier selecteren.
Wie kan een aanvraag indienen?
- studenten in een korte cyclus of op bachelor- en masterniveau
- promovendi
die zijn
- ingeschreven bij een instelling voor hoger onderwijs die deelneemt aan het Erasmus+-programma (download een lijst van deze instellingen)
- die een studie volgen die leidt tot een erkende graad of erkende kwalificatie op tertiair niveau
Je studieperiode in het buitenland moet
- relevant zijn voor je studieprogramma en je persoonlijke ontwikkeling
- deel uitmaken van het studieprogramma dat je volgt
Duur
- langetermijnmobiliteit: minimaal twee maanden tot maximaal twaalf maanden in het buitenland (met inbegrip van gemengde mobiliteitsactiviteiten met een virtuele component)
- kortetermijnmobiliteit: tussen vijf en dertig dagen in het buitenland (dit moeten gemengde mobiliteitsactiviteiten zijn)
- maximale totale duur: twaalf maanden binnen één studiecyclus. Het is mogelijk om binnen die limiet aan meer dan één uitwisseling deel te nemen.
Let op: alleen promovendi kunnen deelnemen aan kortetermijnmobiliteit zonder virtuele component.
Voor opleidingen die maar uit één cyclus bestaan, zoals, in sommige landen, geneeskunde of architectuur, kun je met Erasmus+ maximaal 24 maanden naar het buitenland.
Met “cyclus” bedoelen we een studieniveau zoals bepaald in het Europees kwalificatiekader (EKK).
Kosten en financiële steun
Je uitzendende of ontvangende instelling ondertekent studieovereenkomsten. Zij vragen financiering aan namens hun studenten.
Als je in aanmerking komt voor een beurs, onderteken je met hen een overeenkomst.
Het bedrag vormt een tegemoetkoming in je reis- en verblijfkosten.
De details van deze beurs hangen af van veel verschillende voorwaarden, waaronder de
- verschillen in kosten van levensonderhoud tussen jouw land en het land van bestemming
- het aantal studenten dat een beurs aanvraagt
- de afstand tussen de landen en de beschikbaarheid van andere beurzen
Als Erasmus+-student hoef je geen collegegeld, inschrijvingsgeld, examengeld of toegangsgeld voor laboratoria of bibliotheken aan de onderwijsinstelling in het buitenland te betalen. Misschien moet je wel een klein bedrag voor een verzekering of lidmaatschap van een studentenvereniging betalen.
Andere steun
Er is ook extra steun voor studenten die stage lopen, kansarme studenten of studenten uit ultraperifere regio’s.
Soms kom je ook in aanmerking voor een aanvullende beurs van je onderwijsinstelling, de overheid of een andere instantie.
Dit kun je nagaan in de Europese fondsengids of op de studieportalen.
Studenten met een lichamelijke of geestelijke handicap of andere gezondheidsproblemen
Raadpleeg de Erasmus+-coördinator bij je uitzendende instelling om na te gaan of je aanvullende financiering kunt aanvragen.
Taalonderwijs
De online-taalhulp van Erasmus+ helpt je op weg met de taal die voor je studies wordt gebruikt.
Erkenning van je studies
Vóór je studieperiode in het buitenland onderteken je een “studieovereenkomst” met je uitzendende en ontvangende instelling.
Dit document
- bepaalt hoe je activiteiten in het buitenland zullen worden erkend
- zorgt ervoor dat de voorbereidingen duidelijk zijn voor alle partijen
- legt de rechten en plichten van alle betrokken partijen vast
Je ontvangt ook het Erasmus+-studentenhandvest waarin je rechten en plichten worden uitgelegd.
Na je studieperiode in het buitenland
- moet je ontvangende instelling aan jou en aan je uitzendende instelling een officiële verklaring verstrekken dat bevestigt dat de studieperiode afgemaakt is, en dat de behaalde resultaten bevat
- moet je uitzendende instelling de behaalde studiepunten erkennen (met behulp van het ECTS of het equivalent daarvan), zodat ze automatisch meetellen voor je opleiding
- moet je mobiliteitsperiode worden geregistreerd in het diplomasupplement, afhankelijk van waar je instelling gevestigd is
Vereisten voor deelnemende instellingen voor hoger onderwijs
De uitzendende instelling en de ontvangende instelling moeten een interinstitutionele overeenkomst gesloten hebben.
Beide instellingen moeten ook het Erasmus-handvest voor hoger onderwijs onderschrijven (als zij in EU-lidstaten of in met het programma Erasmus+ geassocieerde derde landen gevestigd zijn). Instellingen in niet met het programma Erasmus+ geassocieerde derde landen beloven zich aan het handvest te houden bij de ondertekening van interinstitutionele overeenkomsten.