Skip to main content

Erasmus+ Programme Guide

The essential guide to understanding Erasmus+

Erasmus+ Programmagids 2025

Deze webpagina geeft nog geen weergave van de inhoud van de programmagids van Erasmus+ 2025.

Maar u kunt de volledige gids voor 2025 in de door u gekozen taal in pdf-formaat downloaden.

Begunstigde landen

De lidstaten van de EU nemen volledig deel aan alle acties van het Erasmus+-programma. Daarnaast zijn, overeenkomstig artikel 19 van de Erasmus+-verordening, de volgende derde landen geassocieerd met het programma:

  • leden van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EEA): Noorwegen, IJsland, Liechtenstein;
  • toetredende staten, kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten: De Republiek Noord-Macedonië, de Republiek Turkije en de Republiek Servië.

De EU-lidstaten en de bovengenoemde met het programma geassocieerde derde landen zullen hierna “EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen” worden genoemd.

Overeenkomstig artikel 20 van de verordening kunnen daarnaast, in naar behoren gemotiveerde gevallen en in het belang van de Unie, juridische entiteiten uit niet met het programma geassocieerde derde landen in aanmerking komen voor Erasmus+-acties (hierna “niet met het programma geassocieerde derde landen” genoemd).

EU-lidstaten en met het Programma geassocieerde derde landen

De volgende landen kunnen volledig deelnemen aan alle acties van het Erasmus+-programma:

Lidstaten van de Europese Unie (EU)</strong>1

België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarke, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk,Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden

Met het programma geassocieerde derde landen2

  • Noord-Macedonië
  • Servië
  • IJsland
  • Liechtenstein
  • Noorwegen
  • Turkije

Niet met het Programma geassocieerde derde landen

De volgende landen mogen deelnemen aan bepaalde programma-acties met naleving van specifieke criteria of voorwaarden (zie deel B van deze gids voor de exacte lijst van begunstigde landen voor elke specifieke actie). De middelen worden toegewezen aan organisaties op het grondgebied van de landen, zoals dat in het internationaal recht wordt erkend. De middelen moeten aan alle door de Europese Raad opgelegde beperkingen op externe bijstand van de EU voldoen. Aanvragen moeten in overeenstemming zijn met de algemene EU-waarden eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag van de Europese Unie.

De volgende niet met het programma geassocieerde derde landen zijn gegroepeerd volgens de instrumenten van het externe optreden van de EU, namelijk het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI-Europa in de wereld)3 en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA&nbsp;III)4

 Westelijke Balkan (Regio 1)

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo5 , Montenegro

Oostelijk nabuurschap (Regio 2)

Armenië, Azerbeidzjan, Belarus6 , Georgië, Moldavië, het grondgebied van Oekraïne zoals erkend in het internationaal recht

Zuidelijke landen van het Middellandse Zeegebied(Regio 3)

Algerije, Egypte, Israël7 , Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Palestina8 , Syrië9 , Tunesië

Russische Federatie (Regio 4)

Het grondgebied van Rusland zoals erkend in het internationaal recht

Regio 5  Azië10

  • Bangladesh, Bhutan, Cambodja, China, Filipijnen, India, Indonesië, Laos, Maldiven, Maleisië, Mongolië, Myanmar/Birma, Nepal, Noord-Korea, Pakistan, Sri Lanka, Thailand en Vietnam
  • Landen en -gebieden met hoge inkomens11 : Brunei, Hongkong, Japan, Republiek Korea, Macao, Singapore en Taiwan

Regio 6 Centraal-Azië12

Afghanistan, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan

Regio 7  Midden-Oosten

  • Iran, Irak, Jemen
  • de landen met hoge inkomens: Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saudi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten

Regio 8  Stille Oceaan13

  • Cookeilanden, Fiji, Kiribati, Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Niue, Oost-Timor, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa, Salomonseilanden, Tonga, Tuvalu, Vanuatu
  • de landen met hoge inkomens: Australië, Nieuw-Zeeland

Regio 9 Afrika ten zuiden van de Sahara14 15

Angola, Benin, Botswana, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Congo, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Eswatini, Ethiopië, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Lesotho, Liberia, Madagaskar, Malawi, Mali, Mauritanië, Mauritius, Mozambique, Namibië, Niger, Nigeria, Oeganda, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, Seychellen, Sierra Leone, Somalië, Sudan, Tanzania, Togo, Tsjaad, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika, Zuid-Sudan

Regio 10 Latijns-Amerika

Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela

Regio 11  Caribisch gebied16

Antigua en Barbuda, Bahama’s, Barbados, Belize, Cuba, Dominica, Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Haïti, Jamaica, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Suriname en Trinidad en Tobago

Regio 12 VS en Canada

Verenigde Staten van Amerika, Canada

De volgende drie niet met het programma geassocieerde derde landen vallen niet onder de instrumenten van het externe optreden:

Regio 13

Andorra, Monaco, San Marino, Vaticaanstad

Regio 14

Faeröer, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk

Meer informatie is terug te vinden in de gedetailleerde beschrijving van de programma-acties in deel B van deze gids. 

Vereisten met betrekking tot visa en verblijfsvergunningen

Deelnemers aan Erasmus+-projecten moeten zo nodig een visum verkrijgen voor hun verblijf in de EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen of niet met het programma geassocieerde derde landen die optreden als gastland voor de activiteit. Alle deelnemende organisaties dragen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de vereiste vergunningen (visa voor verblijf van korte of lange duur of verblijfsvergunningen) in orde zijn voordat de geplande activiteit plaatsvindt. Aangezien de verkrijging meerdere weken in beslag kan nemen, wordt ten zeerste aanbevolen om de vergunningen ruim van tevoren aan te vragen bij de bevoegde autoriteiten. De nationale agentschappen en het Uitvoerend Agentschap kunnen nader advies en ondersteuning verstrekken met betrekking tot visa, verblijfsvergunningen, sociale zekerheid enzovoort. Op de EU-portaalsite over immigratie staat algemene informatie over visa en verblijfsvergunningen voor een verblijf van korte en lange duur: https://ec.europa.eu/immigration/

  1. Overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Besluit (EU) 2021/1764 van de Raad van 5 oktober 2021 inzake de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie, met inbegrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie enerzijds en Groenland en het Koninkrijk Denemarken anderzijds (Besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland) (EUR-Lex - 32021D1764 - NL - EUR-Lex (europa.eu)) ziet de Unie erop toe dat natuurlijke personen uit en organisaties van de landen en gebieden overzee (LGO) kunnen deelnemen aan Erasmus+, volgens de regels van het programma en de regelingen die van toepassing zijn voor de lidstaat waarmee deze LGO zijn verbonden. Dit houdt in dat natuurlijke personen uit en organisaties van de LGO bij deelname aan het programma de status van “EU-lidstaat of met het programma geassocieerd derde land” hebben, waarbij de lidstaat waarmee zij zijn verbonden als “EU-lidstaat of met het programma geassocieerd derde land” fungeert. De lijst met LGO’s is te vinden op: https://ec.europa.eu/international-partnerships/where-we-work/overseas-countries-and-territories_en ↩ back
  2. Onder voorbehoud van ondertekening van de associatieovereenkomsten tussen de Europese Unie en die landen ↩ back
  3. Publicatieblad L 209/2021 (europa.eu) ↩ back
  4. https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2021/1529 ↩ back
  5. Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo ↩ back
  6. Overeenkomstig de conclusies van de Raad van 12 oktober 2020 en in het licht van de betrokkenheid van Belarus bij de Russische militaire agressie tegen Oekraïne, zoals erkend in de conclusies van de Europese Raad van februari 2022, heeft de EU de contacten met vertegenwoordigers van overheidsorganen en staatsbedrijven in Belarus stopgezet. Mocht de context veranderen, dan kan dit worden heroverwogen. Ondertussen blijft de EU samenwerken met en heeft zij waar mogelijk haar steun opgevoerd aan niet-overheids-, lokale en regionale actoren, in voorkomend geval onder meer in het kader van dit programma ↩ back
  7. De subsidiabiliteitscriteria die staan vermeld in Bericht 2013/C 205/05 van de Commissie (PB C 205 van 19.7.2013, blz. 9) gelden voor alle in het kader van deze programmagids uitgevoerde acties, ook jegens derden die financiële steun ontvangen ingeval in het kader van de desbetreffende actie door subsidieontvangers financiële steun aan derden wordt verleend overeenkomstig artikel 204 van het Financieel Reglement van de EU. ↩ back
  8. Deze benaming mag niet worden uitgelegd als erkenning van de staat Palestina en laat de afzonderlijke standpunten van de lidstaten ter zake onverlet. ↩ back
  9. Overeenkomstig de conclusies van de Raad van april 2018 over Syrië komen Syrische openbare instellingen niet in aanmerking voor financiering uit hoofde van Erasmus+. ↩ back
  10. De minst ontwikkelde van deze landen zijn te vinden op: https://www.oecd.org/dac/financing-sustainable-development/development-finance-standards/DAC-List-of-ODA-Recipients-for-reporting-2024-25-flows.pdf. ↩ back
  11. Hieronder vallen landen en gebieden die zijn opgenomen in de lijst van hoge-inkomstenlanden van de OESO en hierbij wordt geen standpunt ingenomen over de status of de soevereiniteit van enig gebied, noch over de afbakening van internationale grenzen of de naam van gebieden of steden. ↩ back
  12. Zie voetnoot hierboven ↩ back
  13. Zie voetnoot hierboven ↩ back
  14. https://www.oecd.org/dac/financing-sustainable-development/development-finance-standards/DAC-List-of-ODA-Recipients-for-reporting-2024-25-flows.pdf. ↩ back
  15. De volgende niet met het programma geassocieerde derde landen zijn prioritair in termen van migratie: Burkina Faso, Burundi, Ethiopië, Gambia, Ivoorkust, Guinee, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Senegal, Sudan, Zuid-Afrika, Zuid-Sudan. ↩ back
  16. De minst ontwikkelde van deze landen zijn te vinden op: DAC-List-of-ODA-Recipients-for-reporting-2022-23-flows.pdf (oecd.org). ↩ back