Verklarende termenlijst -Gemeenschappelijke terminologie
Begeleider
Een persoon die deelnemers (lerenden, personeel, jongeren of jeugdwerkers) aan een mobiliteitsactiviteit tijdens de mobiliteitservaring begeleidt om hun veiligheid te garanderen, steun en bijstand te verlenen en te helpen bij het effectief leren. Bij individuele activiteiten kan een begeleider kansarme deelnemers of minderjarigen en jongeren met weinig ervaring vergezellen in het buitenland. Bij groepsactiviteiten op het gebied van onderwijs en opleiding moet de groep door gekwalificeerd onderwijzend personeel worden begeleid om het leerproces te vergemakkelijken.
Accreditatie
Een procedure ter waarborging dat de organisaties die financiële steun willen krijgen voor een onder het Erasmus+-programma vallende actie zich houden aan een reeks kwaliteitsnormen of vereisten die de Europese Commissie voor die specifieke actie heeft vastgesteld.
Gelieerde entiteit
De volgende entiteiten kunnen als gelieerde entiteiten worden beschouwd (in overeenstemming met artikel 187 van het Financieel Reglement):
- juridische entiteiten die een juridische of kapitaalband hebben met begunstigden; deze band is niet beperkt tot de actie en is niet uitsluitend met het oog op de uitvoering ervan tot stand gekomen;
- meerdere entiteiten die aan de criteria voor toekenning van een subsidie voldoen en samen één entiteit vormen, mogen als de enige begunstigde worden behandeld, ook wanneer de entiteit speciaal is opgericht met als doel de door de subsidie te financieren actie uit te voeren.
De gelieerde entiteiten moeten voldoen aan de criteria voor subsidiabiliteit en niet-uitsluiting en, indien van toepassing, ook aan de selectiecriteria voor aanvragers, maar zij tellen niet mee voor de minimale subsidiabiliteitscriteria met betrekking tot de samenstelling van het consortium.
Aanvrager
Een deelnemende organisatie of informele groep jongeren die een subsidieaanvraag indient.
Aanvragers kunnen individueel of namens andere organisaties die bij het project betrokken zijn, financiële steun aanvragen. In het laatste geval wordt de aanvrager gelijkgesteld met de coördinator.
Voor door het Uitvoerend Agentschap (EACEA) beheerde acties zijn de aanvragers de deelnemers die begunstigden en gelieerde entiteiten zullen worden in de subsidieovereenkomst.
Termijn voor indiening aanvraag
De uiterste datum waarop de aanvraag moet worden ingediend bij het nationaal agentschap of het Uitvoerend Agentschap om te worden toegelaten.
Geassocieerde partners
Dit zijn partners uit de publieke of particuliere sector die een bijdrage leveren aan de uitvoering van specifieke taken/activiteiten van een project of die de promotie en duurzaamheid van het project ondersteunen, maar die voor wat het contractbeheer betreft niet als begunstigden worden beschouwd en geen financiële steun van het programma krijgen in het kader van het project (zij hebben niet het recht om kosten aan te rekenen of tegemoetkomingen te vragen).
Basisvaardigheden
Taalvaardigheid, wiskunde, exacte wetenschappen en technologie; deze vaardigheden zijn opgenomen in de sleutelcompetenties.
Begunstigde
Wanneer een project wordt goedgekeurd voor een Erasmus+-subsidie, worden de organisaties die het project hebben aangevraagd begunstigden door een overeenkomst te ondertekenen met het nationale agentschap of het Uitvoerend Agentschap dat het project heeft geselecteerd. Werd de aanvraag ingediend namens andere deelnemende organisaties, dan kunnen de partners mede-begunstigden van de subsidie worden.
Gemengde mobiliteit
Een combinatie van fysieke mobiliteit en een virtuele component die samenwerking bij een online leeruitwisseling/teamwerk vergemakkelijkt.
Oproep tot het indienen van voorstellen
Door of namens de Commissie bekendgemaakte uitnodiging om binnen een vastgestelde termijn een voorstel voor een actie in te dienen in overeenstemming met de nagestreefde doelstellingen en met inachtneming van de vereiste voorwaarden. Oproepen tot het indienen van voorstellen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) en/of op de desbetreffende websites van de Commissie, het nationaal agentschap of het Uitvoerend Agentschap.
Certificaat van deelname
In het kader van het Erasmus+-programma een document dat wordt afgegeven aan iemand die, voor zover van toepassing, een leeractiviteit heeft voltooid op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken. Dit document bevestigt de deelname aan de activiteit en in voorkomend geval de daarbij behaalde leerresultaten.
Administratieve vergissing
Onopzettelijke kleine vergissing of onoplettendheid in een document waardoor de betekenis verandert, zoals een tikfout of de onopzettelijke toevoeging of weglating van een woord, uitdrukking of cijfer.
Medefinanciering
Het beginsel waarbij de kosten van een door de EU ondersteund project deels voor rekening zijn van de begunstigde, of worden gedekt door andere externe bijdragen dan de EU-subsidie.
Bedrijf
Een rechtspersoon die is opgericht naar burgerlijk recht of handelsrecht, met inbegrip van coöperatieve verenigingen of vennootschappen, en elke andere publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon, met uitzondering van rechtspersonen zonder winstoogmerk.
Consortium
Twee of meer deelnemende organisaties die als team samenwerken met het oog op de voorbereiding, uitvoering en follow-up van een project of een activiteit in projectverband. Een consortium kan nationaal (dat wil zeggen met deelname van organisaties die in hetzelfde land gevestigd zijn) of internationaal (met deelname van organisaties uit verschillende landen) van opzet zijn.
Coördinator/coördinerende organisatie
Een deelnemende organisatie die een Erasmus+-subsidie aanvraagt namens een consortium van partnerorganisaties.
De coördinator heeft speciale plichten die zijn vastgesteld in de subsidieovereenkomst.
Digitale competentie
Digitale competentie omvat de vertrouwdheid met, de betrokkenheid bij en het kritische en verantwoorde gebruik van digitale technologieën voor het werk, om te leren en om deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Deze competentie omvat informatie- en datageletterdheid, communicatie en samenwerking, mediageletterdheid, het creëren van digitale inhoud (met inbegrip van programmeren), veiligheid (waaronder digitaal welzijn en competenties in verband met cyberveiligheid), vraagstukken in verband met intellectuele eigendom en probleemoplossend en kritisch denken.
Onderneming
Een onderneming die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar omvang, rechtsvorm of de economische sector waarin zij actief is.
Europees kwalificatiekader (EQF)
Dit is een gemeenschappelijk referentiekader van acht kwalificatieniveaus, uitgedrukt als leerresultaten met stijgende niveaus van bekwaamheid. Ze dienen als vertaalinstrument tussen de verschillende kwalificatiesystemen en de bijbehorende niveaus. Het Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (EKK) heeft als doel de transparantie, de vergelijkbaarheid en de overdraagbaarheid van kwalificaties te verbeteren (PB 2017/C 189/03).
ESCO (meertalige classificatie van Europese vaardigheden/competenties, kwalificaties en beroepen)
Een classificatie in 25 Europese talen, die de vaardigheden en competenties, kwalificaties en beroepen met relevantie voor de arbeidsmarkt, de onderwijs- en opleidingssector in de EU identificeert en in categorieën indeelt. In deze classificatie staan beroepsprofielen die het verband aangeven tussen beroepen, vaardigheden, competenties en kwalificaties. Het ESCO is ontwikkeld in een open IT-formaat en kan gratis door iedereen worden gebruikt.
Vestigingsplaats (gevestigd in)
Het feit dat een organisatie of orgaan voldoet aan bepaalde nationale voorwaarden (registratie, verklaring, bekendmaking enzovoort) en daardoor formeel kan worden erkend door de nationale autoriteit waaronder de organisatie of het orgaan ressorteert. Voor een informele groep jongeren wordt de wettige verblijfplaats van de wettelijke vertegenwoordiger daarmee gelijkgesteld om voor een Erasmus+-subsidie in aanmerking te kunnen worden genomen.
Lidstaten van de Europese Unie en met het programma geassocieerde derde landen
EU-landen en niet-EU-landen waar een nationaal agentschap is gevestigd dat ten volle aan het Erasmus+-programma deelneemt. De lijst met EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen staat in deel A van deze gids onder “Wie kan deelnemen aan het Erasmus+-programma?”.
Europass
Het onlineplatform van Europass, een actie in het kader van de Europese vaardighedenagenda, voorziet individuen en organisaties van online instrumenten en informatie over leermogelijkheden, kwalificatiekaders en kwalificaties, begeleiding, informatie over vaardigheden, instrumenten voor zelfbeoordeling en documentatie van vaardigheden en kwalificaties en verbondenheid met mogelijkheden op het gebied van leren en werkgelegenheid.
Het Europass-platform biedt ook instrumenten en software ter ondersteuning van digitaal ondertekende credentials, zoals aangekondigd in het actieplan voor digitaal onderwijs, via de European Digital Credentials for Learning. Het platform is gekoppeld aan nationale gegevensbronnen voor leermogelijkheden en nationale databanken of registers voor kwalificaties.
Europese ngo
In het kader van dit programma zijn dit ngo’s die opereren via een formeel erkende structuur bestaande uit een Europees orgaan/secretariaat dat ten minste één jaar wettelijk gevestigd is in een EU-lidstaat of een met het programma geassocieerd derde land en uit nationale organisaties/afdelingen in ten minste negen EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen. Deze nationale organisaties/afdelingen moeten:
- een bewezen statutaire band1 hebben met het Europese orgaan/secretariaat;
- actief zijn op het gebied van onderwijs, opleiding of jeugdzaken;
Nieuwe aanvrager
Een deelnemende organisatie die in de afgelopen zeven jaar geen steun heeft ontvangen als projectcoördinator (aanvrager) in het kader van een bepaalde soort actie die door dit programma of het daaraan voorafgaande programma werd ondersteund.
Overmacht
Een onvoorspelbare en uitzonderlijke situatie of gebeurtenis die plaatsvindt buiten de wil van de deelnemer om en niet te wijten is aan een fout of nalatigheid van de deelnemer.
Groene vaardigheden
Cruciale vaardigheden voor de transitie naar een koolstofarme economie, die algemeen van aard kunnen zijn, zoals duurzame landbouw, bodembescherming, energiegebruik en afvalvermindering, of technischer, zoals kennis over hernieuwbare energie.
Groen reizen
Reizen waarbij voor het grootste deel van de reis gebruik wordt gemaakt van emissiearme vervoermiddelen, zoals bus, trein, fiets of carpooling.
Gastorganisatie / Ontvangende organisatie
De (voornaamste) organisatie die leerinhoud aanbiedt aan deelnemers aan mobiliteitsactiviteiten met behulp van de eigen middelen en deskundigheid. De gastorganisatie werkt samen met de uitzendende organisatie om de verwachte leerresultaten en de methoden die zullen worden gebruikt om ze te bereiken, te definiëren. Zij voert vervolgens het leerprogramma uit en zorgt tijdens de activiteit voor monitoring en mentoring.
Informeel leren
Leren dat voortvloeit uit dagelijkse bezigheden en ervaringen en dat niet georganiseerd of gestructureerd is in termen van doelen, tijd of leerondersteuning; het kan vanuit het gezichtspunt van de leerling onbedoeld zijn.
Internationaal
In verband met het Erasmus+-programma betrekking hebbend op een activiteit waarbij ten minste één EU-lidstaat of met het programma geassocieerd derde land en ten minste één niet met het programma geassocieerd derde land is betrokken.
Job shadowing
Een verblijf van korte duur voor opleidingsdoeleinden bij een partnerorganisatie in een ander land, dat erin bestaat het dagelijks werk van praktijkmensen in de ontvangende organisatie te volgen, goede praktijken uit te wisselen, vaardigheden en kennis te verwerven en/of langdurige partnerschappen op te zetten via participatieve observatie.
Sleutelcompetenties
Het basispakket van kennis, vaardigheden en attitudes die elk individu nodig heeft voor zelfontplooiing en persoonlijke ontwikkeling, inzetbaarheid, sociale inclusie, een duurzame leefstijl, succesvol leven in vreedzame samenlevingen, een gezondheidsbewuste leefstijl en actief burgerschap, zoals beschreven in Aanbeveling van de Raad 2018/C 189/01 van 22 mei 2018 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren.
Leermobiliteit
Het zich fysiek naar een ander land dan het land van verblijf begeven om er te studeren, een opleiding te volgen of niet-formeel of informeel te leren;
Leerresultaten
Beschrijvingen van hetgeen een deelnemer weet, begrijpt en kan doen na de voltooiing van een leerproces; leerresultaten worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en competenties.
Juridische entiteit
Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die is opgericht en als zodanig wordt erkend in het nationale recht, het recht van de Unie of het internationale recht met rechtspersoonlijkheid en die, handelend in eigen naam, rechten en verplichtingen kan hebben, of een entiteit zonder rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 197, lid 2, punt c), van het Financieel Reglement.
Aangewezen vertegenwoordiger van de juridische entiteit (AVE)
Voor acties die door het Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur worden beheerd, moet de wettelijke vertegenwoordiger of moeten de wettelijke vertegenwoordigers een aangewezen vertegenwoordiger van de juridische entiteit (AVE) benoemen, parallel aan de validering van een organisatie in het deelnemersregister. De rol van de AVE is cruciaal: zodra de AVE door de Commissie is gevalideerd, is de AVE gemachtigd om:
- de wettelijke en financiële informatie over de organisatie te beheren
- de toegangsrechten van personen in de organisatie te beheren (maar niet op projectniveau)
- vertegenwoordigers van de organisatie aan te duiden om langs elektronische weg subsidieovereenkomsten (“wettige ondertekenaars” — LSIGN) of financiële verslagen (“financiële ondertekenaars” — FSIGN) te ondertekenen via het portaal Funding & tenders.
Op het portaal Funding & tenders worden alle stappen voor het valideren van de AVE toegelicht.
Minder ervaren organisatie
Een deelnemende organisatie die in de afgelopen zeven jaar niet meer dan tweemaal steun heeft ontvangen in het kader van een bepaalde soort actie ondersteund door dit programma of het voorgaande programma. Deze categorie omvat de categorie “nieuwe aanvrager”, zoals hierboven gedefinieerd.
Een leven lang leren
Leren in al zijn vormen, formeel, niet-formeel of informeel, die in alle levensfasen plaatsvinden en die op persoonlijk vlak, voor het leven als burger, cultureel of sociaal gezien of vanuit het oogpunt van de arbeidsmarkt tot betere en geactualiseerde kennis, vaardigheden, competenties en attitudes of tot meer maatschappelijke participatie leiden, inclusief de verlening van begeleiding en advies; het omvat voor- en vroegschoolse educatie, algemeen onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs, volwasseneneducatie, jeugdzaken en andere leeromgevingen buiten het formele onderwijs en de formele opleiding, en bevordert doorgaans sectoroverschrijdende samenwerking en flexibele leertrajecten.
Nieuwkomer
Een deelnemende organisatie die niet eerder steun heeft ontvangen als coördinator of partner in het kader van een bepaalde soort actie ondersteund door dit programma of het voorgaande programma.
Microcredentials
Microcredentials zijn erkende bewijsstukken van de leerresultaten die een lerende heeft bereikt na een korte leerervaring, overeenkomstig transparante normen en vereisten en na een beoordeling.
Het bewijs is opgenomen in een gecertificeerd document waarop de naam van de houder, de behaalde leerresultaten, de beoordelingsmethode, het toekennend orgaan en, indien van toepassing, het niveau in het kwalificatiekader en de verdiende studiepunten worden vermeld. Microcredentials zijn eigendom van de lerende, deelbaar en meeneembaar en kunnen worden gecombineerd tot bredere credentials of kwalificaties.
Mobiliteits-/leerovereenkomst
Overeenkomst tussen de uitzendende/ontvangende organisatie en de deelnemers, waarin de doelstellingen en inhoud van de mobiliteitsperiode worden vastgesteld om de relevantie en kwaliteit daarvan te waarborgen. Deze overeenkomst kan ook dienen als basis voor de erkenning van de in het buitenland doorgebrachte periode door de ontvangende organisatie.
Maand
In het kader van het Erasmus+-programma wordt een maand voor de berekening van de subsidies gelijkgesteld met 30 dagen.
MOOC
Staat voor “Massive Open Online Course”, een cursus die volledig online wordt geleverd, voor iedereen gratis toegankelijk is zonder toegangskwalificaties of andere beperkingen en vaak een groot aantal deelnemers heeft. De cursussen kunnen persoonlijke componenten bevatten, bijvoorbeeld stimulerende lokale deelnemersbijeenkomsten en formele evaluaties, maar maken meestal gebruik van collegiale toetsing, zelfbeoordeling en geautomatiseerde beoordeling. Er zijn veel varianten van MOOC’s, bijvoorbeeld gericht op specifieke sectoren, doelgroepen (bijvoorbeeld gericht op beroepsonderwijs, leerkrachten enzovoort) of onderwijsmethoden. MOOC’s die in het kader van Erasmus+ worden gefinancierd, moeten openstaan voor iedereen en zowel de deelname als een certificaat of een bewijs van deelname moeten gratis zijn voor de deelnemers. De eis van open toegang voor onderwijsmateriaal geldt ook voor MOOC’s en andere volledige cursussen.
Nationaal agentschap
Een aangewezen orgaan dat is belast met het beheer van de uitvoering van het programma op nationaal niveau in een lidstaat of een met het programma geassocieerd derde land. In elk land kunnen één of meer nationale agentschappen bestaan.
Nationale autoriteit
Een autoriteit die op nationaal niveau belast is met de monitoring van en het toezicht op het beheer van het programma in een lidstaat of in een met het programma geassocieerd derde land. In elk land kunnen één of meer nationale autoriteiten bestaan.
Niet-formeel leren
Leren dat plaatsvindt via geplande leeractiviteiten met een bepaalde vorm van leerondersteuning, maar dat geen deel uitmaakt van het formele onderwijs- en opleidingsstelsel.
Beroepsprofiel
Het geheel aan vaardigheden, competenties, kennis en kwalificaties dat doorgaans relevant is voor een specifiek beroep.
Registratie van je organisatie
De organisatie-ID (OID) is een unieke code die uw organisatie identificeert tussen alle organisaties die deelnemen aan de door de nationale agentschappen beheerde acties van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps. U kunt de OID van uw organisatie gebruiken bij het aanvragen van een accreditatie of subsidie in het kader van de door de nationale agentschappen beheerde acties van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps.
Open toegang
Een algemeen concept van het openlijk uitgeven van een bepaald soort materiaal, d.w.z. ontworpen om toegankelijk en bruikbaar te zijn voor de breedst mogelijke gebruikersgroep en voor een zo groot mogelijk aantal use cases. Erasmus+ heeft een eis van open toegang voor leermiddelen en moedigt open toegang van onderzoeksresultaten en gegevens aan.
Open leermiddelen
Alle soorten didactisch materiaal (bijvoorbeeld leerboeken, werkbladen, lesplannen, instructievideo’s, complete onlinecursussen, educatieve spelletjes) die vrijelijk kunnen worden gebruikt, aangepast en gedeeld. Open leermiddelen worden vrijgegeven onder een open licentie of bevinden zich in het publieke domein (dat wil zeggen dat de auteursrechtelijke bescherming is verstreken). Gratis materialen die niet door het publiek kunnen worden aangepast en gedeeld zijn geen open leermiddelen.
Open licentie
Wijze waarop houders van auteursrechten (producenten of andere rechthebbenden) het algemene publiek wettelijke toestemming kunnen geven om hun werk vrijelijk te gebruiken; in het kader van de Erasmus+ Open Access Requirement moet elke open licentie ten minste gebruik, aanpassing en verspreiding mogelijk maken. De open licentie moet worden vermeld op het werk zelf of waar het werk wordt verspreid. Onderwijsmateriaal met een open licentie wordt open leermiddelen (Open Educational Resources, OER) genoemd.
Deelnemer aan activiteiten van Erasmus+-projecten
Persoon die volledig betrokken is bij een project en die financiële steun van de Europese Unie kan ontvangen ter dekking van de kosten van deelname (met name reis- en verblijfkosten).
Deelnemende organisaties
Een organisatie of informele groep jongeren die betrokken is bij een Erasmus+-project, hetzij als coördinator, hetzij als partner.
Partnerorganisatie
Bij door de nationale agentschappen beheerde acties is een partnerorganisatie een organisatie die formeel bij het project betrokken is (medebegunstigden), maar die niet de rol van coördinator vervult.
Partnerschap
Een overeenkomst tussen een groep instellingen of organisaties om gezamenlijke activiteiten en projecten uit te voeren.
Kansarme
Kansarme personen zijn personen die om economische, sociale, culturele, geografische of gezondheidsredenen, wegens hun migratieachtergrond of om redenen zoals een handicap en onderwijsmoeilijkheden of om andere redenen, waaronder redenen die aanleiding kunnen geven tot discriminatie overeenkomstig artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, ervan worden weerhouden daadwerkelijk toegang te hebben tot de mogelijkheden in het kader van het programma.
Intercollegiaal leren
Een wederkerige leeractiviteit, die beide partijen voordeel oplevert en waarbij kennis, ideeën en ervaring worden uitgewisseld tussen de deelnemers. Praktijken voor intercollegiaal leren maken interactie met andere deelnemers, hun gelijken, mogelijk en maken het mogelijk om deel te nemen aan activiteiten waarbij de partijen van elkaar kunnen leren en onderwijs-, beroeps- en/of persoonlijke ontwikkelingsdoelstellingen kunnen bereiken.
Voorbereidend bezoek
Bezoeken aan het land van de ontvangende organisatie vóór het begin van de mobiliteitsactiviteiten om die activiteiten voor te bereiden en de hoge kwaliteit ervan te waarborgen. Deze bezoeken zijn bijvoorbeeld bedoeld om administratieve regelingen te vergemakkelijken en vertrouwen en begrip op te bouwen tussen de betrokken organisaties.
Beroepsontwikkeling
Het proces waarbij de beroepsbekwaamheid van deelnemers (lerenden en personeel) wordt versterkt door competenties en deskundigheid te ontwikkelen en nieuwe vaardigheden te verwerven, die normaal gezien worden geïdentificeerd in een analyse van de ontwikkelingsbehoeften. Beroepsontwikkeling omvat alle soorten leermogelijkheden, van gestructureerde opleidingen en seminars tot informele leermogelijkheden.
Orgaan met winstoogmerk dat zich inzet voor maatschappelijk verantwoord ondernemen
Een particuliere onderneming die a) haar bedrijfsactiviteiten verricht in overeenstemming met ethische normen en/of b) naast haar bedrijfsactiviteiten bepaalde acties met maatschappelijk belang verricht.
Project
Een samenhangende reeks activiteiten die worden opgezet en georganiseerd om vastgestelde doelstellingen en resultaten te verwezenlijken.
Kwalificatie
Een formeel resultaat van een beoordelings- en valideringsprocedure, die wordt verworven wanneer een bevoegde instantie bepaalt dat de leerresultaten die een individu heeft bereikt, aan bepaalde normen voldoen.
Ontvangende organisatie
Een deelnemende organisatie die deelnemers ontvangt en activiteiten van een Erasmus+ project organiseert.
School
Een instelling die algemeen, beroeps- of technisch onderwijs verzorgt op eender welk niveau van peuter- en kleuteronderwijs tot hoger secundair onderwijs, met inbegrip van opvang en onderwijs voor jonge kinderen. Of een project in aanmerking komt op het gebied van “schoolonderwijs”, kunt u nagaan aan de hand van de definitie van in aanmerking komende scholen in elk land op de website van het desbetreffende nationale agentschap.
Leerling
Een persoon die als lerende is ingeschreven bij een instelling die algemeen vormend onderwijs op elk niveau verstrekt, vanaf voor- en vroegschoolse educatie en opvang tot hoger secundair onderwijs, alsook een persoon die buiten een instelling onderwijs volgt en die door de bevoegde autoriteiten wordt geacht in aanmerking te komen voor deelname aan het programma op hun respectieve grondgebied.
Uitzendende organisatie
Een deelnemende organisatie die een of meer deelnemers naar een activiteit van een Erasmus+ project stuurt.
Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)
Ondernemingen (zie definitie) waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR niet overschrijdt, en/of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.
Sociale onderneming
Een onderneming, ongeacht haar rechtsvorm, die niet is genoteerd op een gereglementeerde markt zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 21, van Richtlijn 2014/65/EU en die: 1) overeenkomstig haar oprichtingsakte, statuten of enig ander statutair document waarbij zij wordt opgericht, als hoofddoel heeft het realiseren van meetbare positieve sociale effecten en niet het genereren van winst voor de eigenaren, leden en aandeelhouders, en die: a) innovatieve goederen of diensten met een grote maatschappelijke opbrengst levert en/of b) een innovatieve productiemethode voor haar goederen of diensten gebruikt die haar sociale doelstelling belichaamt; 2) haar winst herinvesteert om in eerste instantie haar hoofddoel te realiseren en over vooraf bepaalde procedures en regels beschikt voor alle omstandigheden waarin winst wordt uitgekeerd aan aandeelhouders en eigenaars, om ervoor te zorgen dat door uitkering van winst de primaire doelstelling niet wordt ondergraven; 3) op zakelijke, controleerbare en transparante wijze wordt beheerd, in het bijzonder door participatie van de werknemers, afnemers en/of belanghebbenden bij de bedrijfsactiviteiten.
Personeel
Een persoon die beroepsmatig of op vrijwillige basis betrokken is bij onderwijs, opleiding of niet-formeel leren op alle niveaus. Omvat professoren, leerkrachten (met inbegrip van kleuterleiders), opleiders, schoolleiders, jeugdwerkers, sportpersoneel, personeel in voor- en vroegschoolse educatie en opvang, niet-onderwijzend personeel en andere praktijkmensen die regelmatig betrokken zijn bij het bevorderen van leren.
Statutaire band
Dit begrip houdt in dat de samenwerking tussen de betrokken organisaties is gebaseerd op een geformaliseerde/gedocumenteerde band die noch beperkt is tot het project waarvoor een aanvraag wordt ingediend, noch uitsluitend voor de uitvoering ervan is gecreëerd. Deze band kan vele vormen aannemen, variërend van een zeer geïntegreerde (bv. één “moederorganisatie” met haar nationale afdelingen/gelieerde entiteiten met of zonder eigen rechtspersoonlijkheid) tot een lossere (bv. een netwerk dat functioneert via een duidelijk omschreven lidmaatschapsmodaliteit waarbij bijvoorbeeld: de bepaling van een vergoeding of een lidmaatschapscontract/-overeenkomst vereist is, de rechten en verplichtingen van beide partijen worden omschreven enz.).
Studiebezoek
Een reis waarbij de deelnemer een andere organisatie of instelling en haar praktijken en systemen leert kennen en kan bestuderen. Dit bezoek stelt de deelnemer in staat om een leerervaring op te doen op basis van direct contact en observatie van de methoden en praktijken van de gastorganisatie.
Niet met het programma geassocieerde derde landen
De landen die niet ten volle deelnemen aan het Erasmus+ programma, maar die als partner of aanvrager bij bepaalde programma-acties betrokken kunnen zijn. De lijst met niet met het programma geassocieerde derde landen staat in deel A van deze gids onder “Wie kan deelnemen aan het Erasmus+-programma?”.
Stage
Tijd doorgebracht bij een onderneming of organisatie in een ander land met het doel specifieke competenties te verwerven waar de arbeidsmarkt om vraagt, werkervaring te verkrijgen en meer inzicht te krijgen in de economische en sociale achtergronden van het betrokken land.
Transnationaal
Betrekking hebbend op een actie waarbij ten minste twee EU-lidstaten en met het programma geassocieerde derde landen betrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Transversale (zachte; sociale) vaardigheden
Omvatten het vermogen om kritisch te denken, nieuwsgierig en creatief te zijn, initiatief te nemen, problemen op te lossen en samen te werken, efficiënt te communiceren in een multiculturele en interdisciplinaire omgeving, zich aan te passen aan de context, en om te gaan met stress en onzekerheid. Deze vaardigheden maken deel uit van de sleutelcompetenties.
Instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning
Instrumenten om belanghebbenden in de hele Unie te helpen om leerresultaten en kwalificaties te begrijpen, op waarde te schatten en indien gepast te erkennen.
Validering van niet-formeel en informeel leren
Een procedure van bevestiging door een erkende instantie dat iemand leerresultaten heeft verworven die beantwoorden aan een toepasselijke norm; zij bestaat uit vier fasen:
- identificatie – door middel van een gesprek – van relevante ervaringen van een persoon;
- documentatie om de ervaringen van de betrokkene zichtbaar te maken;
- een formele beoordeling van deze ervaringen; en
- certificatie van de resultaten van de beoordeling, die kan leiden tot een gedeeltelijke of volledige kwalificatie.
Locatie
De fysieke locatie waar een activiteit plaatsvindt.
Virtuele samenwerking
Elke vorm van samenwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van informatie- en communicatietechnologie om alle relevante programma-acties te faciliteren en te ondersteunen.
Virtueel leren
Het verwerven van kennis, vaardigheden en competenties met behulp van middelen uit de informatie- en communicatietechnologie, waardoor deelnemers een zinvolle transnationale of internationale leerervaring kunnen hebben.
Werkpakket
Een component van de uitsplitsing van de projectwerkzaamheden. Een werkpakket vertegenwoordigt een groep projectactiviteiten die gericht zijn op gemeenschappelijke specifieke doelstellingen.
Jongeren
In verband met het Erasmus+-programma, personen met een leeftijd tussen 13 en 30 jaar.
- Gedefinieerd onder “statutaire band” in deze verklarende termenlijst ↩ back