Skip to main content

Erasmus+

EU programme for education, training, youth and sport
Doorzoek de gids

Personeelsmobiliteit op het gebied van sport

Deze actie heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van sportorganisaties door de leermobiliteit van hun medewerkers te ondersteunen.

De deelnemende organisaties moeten door middel van hun activiteiten inclusie en diversiteit, milieuduurzaamheid, digitaal onderwijs evenals burgerzin en burgerparticipatie actief bevorderen. Dat moeten ze doen door gebruik te maken van de specifieke financieringsmogelijkheden die voor deze doeleinden worden geboden door het programma, door het bewustzijn bij hun deelnemers te vergroten, door beste praktijken te delen en door een gepaste opzet te kiezen voor hun activiteiten.

De algemene doelstelling van deze actie is om personeel van sportorganisaties, voornamelijk in de breedtesport, door leermobiliteit de mogelijkheid te bieden om hun competenties en kwalificaties te verbeteren en nieuwe vaardigheden op te doen door een periode in het buitenland door te brengen, waardoor wordt bijgedragen tot de capaciteitsopbouw en de ontwikkeling van sportorganisaties.

Deze actie ondersteunt de professionele ontwikkeling van coaches en ander personeel (zowel betaald personeel als vrijwilligers) in de breedtesport. Daarnaast kan personeel in niet-breedtesport, daaronder begrepen mensen met een dubbele sport- en niet-sportloopbaan, het leereffect en de kennisoverdracht voor personeel en organisaties in de breedtesport vergroten. Mogelijkheden voor leermobiliteit voor personeel in niet-breedtesport kunnen worden ondersteund wanneer de deelname van dat personeel in het belang kan zijn van de breedtesport.

De actie draagt bij aan de doelstellingen van het EU-werkplan voor sport 2021‑20241

In het bijzonder zijn mobiliteitsprojecten op het gebied van sport gericht op:

  • de breedtesport, rekening houdend met de belangrijke rol van sport bij de bevordering van lichaamsbeweging en een gezonde levensstijl, intermenselijke relaties, sociale integratie en gelijkheid;
  • de ontwikkeling van de Europese dimensie in sport en internationale samenwerking op het gebied van leermobiliteit in sport;
  • de opbouw van capaciteit van basisorganisaties;
  • de verbetering van de kennis en knowhow van sportmedewerkers;
  • de bevordering van gemeenschappelijke Europese waarden door middel van sport, goed bestuur en integriteit in de sport, duurzame ontwikkeling en onderwijs, opleiding en vaardigheden in en door middel van sport;
  • de bevordering van een actieve en milieuvriendelijke levensstijl en actief burgerschap;
  • de totstandbrenging van Europese netwerken van coaches en sportmedewerkers.

Horizontale prioriteiten

In alle mobiliteitsprojecten moeten de volgende voor het gehele Erasmus+-programma gemeenschappelijke dimensies worden geïntegreerd:

Inclusie en diversiteit

Het Erasmus+-programma is bedoeld om gelijke kansen en toegang, inclusie en billijkheid te bevorderen in al zijn acties. Organisaties die steun ontvangen uit het programma, moeten ervoor zorgen dat zij op een inclusieve en billijke manier mobiliteitskansen bieden aan alle deelnemers, ongeacht hun achtergrond. De deelnemers moeten zodanig worden geselecteerd dat de voordelen van hun beroepsontwikkeling volledig overdraagbaar zijn binnen hun uitzendende organisatie.

Tijdens de voorbereiding, uitvoering en follow-up van de mobiliteitsactiviteiten moeten de uitzendende organisatie en de gastorganisatie de deelnemers betrekken bij belangrijke beslissingen, zodat de voordelen en effecten voor elke deelnemer worden gemaximaliseerd.

Milieuduurzaamheid

Een project moet bij de deelnemers milieuduurzaam en verantwoord gedrag bevorderen, zodat zij zich er bewuster van worden dat het belangrijk is te handelen met het oog op de verkleining of compensatie van de milieuvoetafdruk van de mobiliteitsactiviteiten. Een project moet milieubewust worden ontworpen en uitgevoerd door bijvoorbeeld duurzame praktijken te integreren, zoals de keuze van herbruikbare of milieuvriendelijke materialen, afvalbeperking en recycling. Deze beginselen moeten tot uiting komen in de voorbereiding en uitvoering van alle programma-activiteiten, met name door gebruik te maken van de door het programma geboden specifieke financiële ondersteuning voor de bevordering van duurzaam reizen.

Digitale transitie

Het Erasmus+-programma ondersteunt alle deelnemende organisaties bij het integreren van het gebruik van digitale hulpmiddelen en leermethoden als aanvulling op hun fysieke activiteiten, om de samenwerking tussen partnerorganisaties te verbeteren en ook de kwaliteit van de activiteiten te verbeteren.

Deelname aan het democratisch leven

Het programma is bedoeld om deelnemers te helpen om de voordelen te ontdekken van actief burgerschap en deelname aan de democratie. Ondersteunde mobiliteitsactiviteiten moeten de vaardigheden voor deelname aan verschillende domeinen van de burgermaatschappij versterken, evenals de ontwikkeling van sociale en interculturele competenties, kritisch denken en mediageletterdheid. Waar mogelijk moeten projecten mogelijkheden bieden om deel te nemen aan de democratie en om maatschappelijke betrokkenheid en burgerzin te tonen door middel van formele of niet-formele leeractiviteiten. Zij moeten de deelnemers tevens een beter begrip bijbrengen van de Europese Unie en haar gemeenschappelijke waarden, met inbegrip van de eerbiediging van de democratische beginselen, de menselijke waardigheid, eenheid en diversiteit, de interculturele dialoog, en het Europese maatschappelijke, culturele en historische erfgoed.

Een project opzetten

De aanvragende organisatie is de belangrijkste actor in een kernactie 1-project. De aanvrager stelt de aanvraag op, dient ze in, ondertekent de subsidieovereenkomst met het nationale Erasmus+-agentschap, voert de mobiliteitsactiviteiten uit en brengt verslag uit aan het nationale Erasmus+-agentschap. Beide soorten ondersteunde activiteiten zijn uitgaande mobiliteitsactiviteiten. Dit betekent dat de aanvragende organisatie optreedt als uitzendende organisatie: zij zal deelnemers selecteren en hen uitzenden naar een gastorganisatie in het buitenland.

Een project kan een of meer activiteiten omvatten. De activiteiten mogen worden gecombineerd, afhankelijk van de doelstellingen van het project en de behoeften van de deelnemende organisatie(s) en deelnemers zelf.

Een project verloopt in vier stadia: planning, voorbereiding, uitvoering en follow-up.

  • planning (de behoeften, doelstellingen, leerresultaten, activiteitsvormen vaststellen, het werkprogramma ontwikkelen, het tijdschema van de activiteiten vastleggen enz.);
  • voorbereiding (praktische regelingen, selectie van deelnemers, taalkundige/interculturele/leer- en taakgerelateerde voorbereiding van deelnemers vóór het vertrek, virtuele voorbereidende bijeenkomsten enz.);
  • uitvoering van activiteiten;
  • follow-up (evaluatie van de activiteiten, aanwijzing en documentatie van de leerresultaten van de deelnemers, verspreiding en gebruik van de projectresultaten, virtuele follow-upbijeenkomsten).

Activiteiten

De volgende activiteiten worden ondersteund:

  • job shadowing en observatieperioden (2-14 dagen);
  • coaching- of opleidingsopdrachten (15-60 dagen).

Bij job shadowing kunnen de deelnemers een periode (2-14 dagen) bij een gastorganisatie in een ander land doorbrengen om nieuwe praktijken te leren en nieuwe ideeën te verzamelen aan de hand van observatie en interactie met collega’s, coaches, vrijwilligers of andere personeelsleden tijdens hun dagelijkse werkzaamheden bij de gastorganisatie.

Bij coaching- of opleidingsopdrachten kunnen de deelnemers een periode (15-60 dagen) coachen of opleiding geven bij een gastorganisatie in een ander land, om op die manier te leren hoe zij hun taken moeten vervullen en om met collega’s van gedachten te wisselen. Hierdoor wordt bijgedragen tot de capaciteitsopbouw van basisorganisaties.

De activiteiten mogen geen winstoogmerk hebben.

Naast de fysieke mobiliteit kunnen alle activiteiten voor personeelsmobiliteit worden gecombineerd met virtuele activiteiten. De bovenvermelde minimale en maximale duur geldt voor het onderdeel fysieke mobiliteit.

Voor elke activiteit kan aanvullende steun worden verleend voor begeleiders van kansarme deelnemers. De begeleiders kunnen worden gesteund tijdens de gehele duur van de activiteit of tijdens een gedeelte ervan.

Voorbereidende bezoeken

Voorbereidende bezoeken hebben tot doel activiteiten van hoge kwaliteit te waarborgen door administratieve regelingen te vergemakkelijken en voor te bereiden, vertrouwen en begrip op te bouwen en een solide partnerschap tussen de betrokken organisaties en mensen tot stand te brengen.

Organisaties kunnen een voorbereidend bezoek aan hun gastpartner organiseren voordat de mobiliteit plaatsvindt. Voorbereidende bezoeken zijn geen op zichzelf staande activiteit, maar een ondersteunende regeling voor mobiliteit van personeel. Elk voorbereidend bezoek moet duidelijk worden gemotiveerd en bijdragen aan een verbetering van het toepassingsgebied en de kwaliteit van mobiliteitsactiviteiten. Voorbereidende bezoeken kunnen bijvoorbeeld worden georganiseerd om de samenwerking met een nieuwe partnerorganisatie op te starten of om langer lopende mobiliteitsactiviteiten voor te bereiden. Voorbereidende bezoeken kunnen worden georganiseerd voor beide soorten personeelsmobiliteit.

Subsidiabiliteitscriteria

Wie kan een aanvraag indienen?

Deelnemende organisaties kunnen zijn:

  • publieke of particuliere organisaties die actief zijn op het gebied van sport en lichaamsbeweging en die op breed maatschappelijk niveau sport- en fysieke activiteiten organiseren (bv. organisaties zonder winstoogmerk, lokale overheidsinstanties, sportclubs);
  •  organisaties in niet-breedtesport, indien de deelname van het personeel in het belang is van de breedtesport (bv. internationale organisaties).

Waar aanvragen?

Aanvragende organisaties moeten gevestigd zijn in een EU-lidstaat of in een met het programma geassocieerd derde land.

Aanvragen worden ingediend bij het nationale agentschap van het land waar de aanvragende organisatie is gevestigd.

Wanneer aanvragen?

De aanvragers moeten hun subsidieaanvraag uiterlijk indienen op:

20 februari om 12:00:00 uur (’s middags, Belgische tijd)

Mogelijke aanvullende ronde:

nationale agentschappen kunnen beslissen om een aanvullende ronde te openen. De nationale agentschappen delen de aanvragers via hun website mee dat de aanvullende ronde is geopend.

Indien een aanvullende ronde wordt georganiseerd, moeten de aanvragers hun aanvragen uiterlijk op 1 oktober om 12:00:00 uur (’s middags, Belgische tijd) indienen.

Startdatums projecten

Projecten gaan van start tussen 1 juni en 31 december van hetzelfde jaar.

Indien een optionele ronde wordt geopend, gaan projecten van start tussen 1 januari en 31 mei van het daaropvolgende jaar.

Hoe aanvragen?

In deel C van deze gids wordt uiteengezet hoe de aanvraag wordt ingediend.

Duur van het project

3 tot 18 maanden

Aantal aanvragen

Per selectieronde mag een organisatie een aanvraag indienen voor slechts één project.

Organisaties die in het kader van de eerste aanvraagronde een subsidie voor een project ontvangen, mogen geen aanvraag indienen voor de tweede ronde van dezelfde oproep tot het indienen van voorstellen.

Duur van de activiteiten

Job shadowing en observatieperioden: 2‑14 opeenvolgende dagen (exclusief reisdagen)

Coaching- en opleidingsopdrachten: 15‑60 opeenvolgende dagen (exclusief reisdagen)

In aanmerking komende deelnemers

  • Coaches en ander sportpersoneel van sportorganisaties in de breedtesport
  • Personeel in niet-breedtesport, daaronder begrepen mensen met een dubbele sport- en niet-sportloopbaan, wanneer de deelname van dat personeel in het belang kan zijn van de breedtesport
  • Vrijwilligers (andere dan coaches) in sportorganisaties

De deelnemers moeten werkzaam zijn bij de uitzendende organisatie of regelmatig werken met de uitzendende organisatie om de kernactiviteiten van de organisatie te helpen uitvoeren. De deelnemers moeten ingezetenen zijn van het land van de uitzendende organisatie. 

In alle gevallen moeten de taken die de deelnemer verbinden met de uitzendende organisatie, zodanig worden gedocumenteerd dat het nationale agentschap dit verband kan verifiëren (bijvoorbeeld aan de hand van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst, een taakbeschrijving of een soortgelijk document).

Deelnemers mogen niet aan mobiliteitsactiviteiten deelnemen in de hoedanigheid van sporter.

Aantal deelnemers

Maximaal 10 deelnemers per project

Locatie van de activiteiten

De activiteiten moeten plaatsvinden in het buitenland, in een EU-lidstaat of in een met het programma geassocieerd derde land.

Aanvullende subsidiabiliteitscriteria voor voorbereidende bezoeken 

Locatie(s) van de activiteit

Voorbereidende bezoeken vinden plaats in het land van de ontvangende organisatie voordat de activiteit van start gaat.

In aanmerking komende deelnemers

Vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties die deelnemen aan de hoofdactiviteit. Voorbereidende bezoeken kunnen worden verricht door personeel dat direct betrokken is bij de organisatie van het project of personeel dat aan de mobiliteitsactiviteiten deelneemt.

Toekenningscriteria

De ingediende aanvragen worden beoordeeld door toekenning van een aantal punten op een totaal van 100 punten aan de hand van de onderstaande criteria en wegingsfactoren. Om in aanmerking te komen voor toekenning moeten de aanvragen de volgende drempelwaarden overschrijden:

  • ten minste 60 van de 100 punten; en
  • ten minste de helft van het maximumaantal punten in elk van de drie categorieën van de toekenningscriteria.

Relevantie en effect  (maximaal 30 punten)

De mate waarin:

  • het profiel, de ervaring en activiteiten van de aanvrager relevant zijn voor de breedtesport;
  • het projectvoorstel relevant is voor:
    • de doelstellingen van de actie;
    • de behoeften en ontwikkeling van de deelnemende organisaties;
    • de behoeften en ontwikkeling van de deelnemende personeelsleden;
  • het projectvoorstel relevant is voor de eerbiediging en bevordering van gedeelde EU-waarden, zoals eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, en de bestrijding van elke vorm van discriminatie;
  • de mate waarin het project geschikt is om:
    • de deelnemende personeelsleden hoogwaardige leerresultaten te laten behalen;
    • de werkpraktijken van de deelnemende organisaties te versterken of te transformeren en de kwaliteit, capaciteiten en innovatie ervan te verhogen;
    • potentiële effecten op de deelnemende organisaties en personeelsleden teweeg te brengen tijdens en na afloop van het project;
  • de mate waarin in het project sprake is van concrete leerresultaten;
  • de mate waarin het project geschikt is om bij te dragen aan de inclusie en diversiteit en aan de groene, digitale en participatieve dimensies van het programma;
  • de mate waarin bij het project ook nieuwe deelnemers aan de actie en minder ervaren organisaties betrokken zijn.

Kwaliteit van projectontwerp en -uitvoering (maximaal 40 punten)

De mate waarin:

  • de voorgestelde projectdoelstellingen op een duidelijke en concrete manier beantwoorden aan de behoeften van de aanvragende organisatie en haar personeel;
  • de kwaliteit van de praktische regelingen, beheervoorschriften en ondersteuningsmodaliteiten toereikend is;
  • het project gebruikmaakt van milieuduurzame en verantwoorde praktijken;
  • het project gebruikmaakt van digitale hulpmiddelen en leermethoden om de fysiekemobiliteitsactiviteiten aan te vullen en de samenwerking met partnerorganisaties te verbeteren;
  • de activiteiten zijn ontworpen op een toegankelijke en inclusieve manier en openstaan voor kansarme deelnemers;
  • de vertegenwoordiging van deelnemers op het gebied van geslacht evenwichtig is;
  • voor personeel van organisaties in niet-breedtesport, duidelijk wordt toegelicht op welke wijze deelname van dat personeel in het belang is van de breedtesport.

Kwaliteit van vervolgacties (maximaal 30 punten)

De mate waarin:

  • de aanvrager concrete en logische stappen heeft voorgesteld om de resultaten van de mobiliteitsactiviteiten in de reguliere werkzaamheden van de organisatie te integreren;
  • de aanvrager concrete en effectieve stappen heeft voorgesteld om de resultaten van het project bekend te maken in de aanvragende organisatie, de resultaten met andere organisaties en het publiek te delen, en de financiering van de Europese Unie publiekelijk te erkennen.

Financieringsregels

Begrotingsrubriek – Organisatorische steun

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van mobiliteitsactiviteiten die niet worden gedekt door andere kostenrubrieken.

Bijvoorbeeld voorbereiding, mentorschap, monitoring en ondersteuning van deelnemers tijdens de mobiliteit, de nodige diensten, instrumenten en uitrusting voor de projectuitvoering, de virtuele onderdelen van gemengde activiteiten, het delen van resultaten en het zichtbaar maken van de financiering van de Europese Unie voor het publiek.

Organisatorische steun dekt de kosten die worden gemaakt door zowel de uitzendende als de ontvangende organisatie. De verdeling van het ontvangen bedrag zal worden overeengekomen door de twee organisaties.

Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.

Toewijzingsregel: op basis van het aantal deelnemers, met uitzondering van begeleiders.

Bedrag

350 EUR per deelnemer

Begrotingsrubriek – Reiskosten

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Tegemoetkoming in de kosten die deelnemers, met inbegrip van begeleiders, maken om van de plaats van oorsprong naar de locatie van de activiteit en terug te reizen.

Onder de 500 km zal de deelnemer in de regel met emissiearme vervoermiddelen reizen.

Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.

Toewijzingsregel: op basis van de reisafstand en het aantal personen.

De aanvrager moet de afstand tussen de plaats van oorsprong en de locatie van de activiteit2 aangeven met behulp van de door de Europese Commissie ondersteunde afstandscalculator3

Bedrag

Reisafstand

Groen reizen

Niet-groen reizen

10 – 99 km

56 EUR

28 EUR

100 – 499 km

285 EUR

211 EUR

500 – 1 999 km

417 EUR

309 EUR

2000 – 2 999 km

535 EUR

395 EUR

3000 – 3 999 km

785 EUR

580 EUR

4000 – 7 999 km

1 188 EUR

1 188 EUR

8 000 km of meer

1 735 EUR

1 735 EUR

Begrotingsrubriek- Individuele steun

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Verblijfkosten voor deelnemers en begeleiders gedurende de activiteit.

Indien nodig: zijn verblijfkosten subsidiabel voor de reistijd vóór en na de activiteit, met een maximum van twee reisdagen voor deelnemers en begeleiders die een subsidie voor niet-groen reizen ontvangen en een maximum van zes reisdagen in het geval van een subsidie voor groen reizen.

Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.

Toewijzingsregel: op basis van het aantal personen, de duur van het verblijf en het ontvangende land4 .

Bedrag

  • Landengroep 1: 107 - 191 EUR
  • Landengroep 2: 95 - 169 EUR
  • Landengroep 3:  84 - 148 EUR

De bovenvermelde bedragen zijn basisbedragen per activiteitsdag. Elk nationaal agentschap bepaalt de exacte basisbedragen binnen de toegestane bandbreedtes.

Het basisbedrag wordt uitbetaald tot en met de 14e dag van de activiteit. Vanaf de 15e dag van de activiteit is het te betalen bedrag 70 % van het basisbedrag. De verschuldigde bedragen worden afgerond tot op de dichtstbijzijnde volledige euro.

Begrotingsrubriek- Steun voor inclusie

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Inclusiesteun voor organisaties: kosten in verband met de organisatie van mobiliteitsactiviteiten voor kansarme deelnemers. 

Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.

Toewijzingsregel: op basis van het aantal kansarme deelnemers, met uitzondering van begeleiders.

Bedrag

125 EUR per deelnemer

Inclusiesteun voor deelnemers: Extra kosten die rechtstreeks verband houden met kansarme deelnemers en hun begeleiders (met inbegrip van gerechtvaardigde reis- en verblijfkosten, voor zover voor deze deelnemers geen subsidie is aangevraagd in het kader van de rubrieken “reiskosten” of “individuele steun”).

Financieringsmechanisme: werkelijke kosten.

Toewijzingsregel:  de aanvraag moet worden gemotiveerd door de aanvrager en door het nationale agentschap worden goedgekeurd.

Bedrag

100 % van de subsidiabele kosten

Begrotingsrubriek- Ondersteuning voorbereidend bezoek

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Kosten in verband met een voorbereidend bezoek, met inbegrip van reis- en verblijfkosten.

Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.

Bedrag

680 EUR per deelnemer, met een maximum van twee deelnemers per voorbereidend bezoek.

Begrotingsrubriek- Taalondersteuning

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Kosten voor het aanbieden van materiaal en opleiding voor taalverwerving aan deelnemers die hun kennis willen verbeteren van de taal die ze zullen gebruiken om te coachen of opleiding te geven tijdens de activiteit.

Taalondersteuning is subsidiabel voor deelnemers aan de volgende soorten activiteiten: in job shadowing en observatieperioden en coaching- en opleidingsopdrachten. De ondersteuning wordt alleen uitbetaald indien de deelnemer geen online taalondersteuning kan ontvangen wegens onbeschikbaarheid van de vereiste taal of het vereiste niveau, of vanwege specifieke belemmeringen voor kansarme deelnemers. 

Financieringsmechanisme: tegemoetkoming in de eenheidskosten.

Toewijzingsregel: op basis van het aantal deelnemers.

Bedrag

150 EUR per deelnemer

Begrotingsrubriek- Buitengewone kosten

Subsidiabele kosten en toepasselijke regels

Kosten voor een financiële garantie, indien het nationaal agentschap daarom verzoekt.

Hoge reiskosten van deelnemers en hun begeleiders die vanwege de afgelegen ligging of andere belemmeringen niet kunnen worden gedekt met de “standaardreissubsidie”. Indien deze worden toegekend, vervangen de buitengewone kosten voor dure reizen de steun voor reiskosten op basis van eenheidskosten.

Visum- en visumgerelateerde kosten, verblijfsvergunningen, vaccinaties, medische certificering.

Financieringsmechanisme: werkelijke kosten.

Toewijzingsregel: de aanvraag moet worden gemotiveerd door de aanvrager en door het nationale agentschap worden goedgekeurd. Hoge reiskosten gelden wanneer de ondersteuning van de reiskosten op basis van de eenheidskosten minder dan 70 % van de reiskosten van de deelnemers omvat.

Bedrag

Financiële garantie: 80 % van de subsidiabele kosten

Hoge reiskosten: 80 % van de subsidiabele kosten

Visum- en visumgerelateerde kosten, verblijfsvergunningen, vaccinaties en medische certificaten: 100 % van de subsidiabele kosten

Tagged in:  Sport