Skip to main content

Erasmus+

EU programme for education, training, youth and sport

Capaciteitsopbouw (hoger onderwijs)

Wat is het doel?

Capaciteitsopbouwprojecten voor het hoger onderwijs zijn transnationale samenwerkingsprojecten, gebaseerd op multilaterale partnerschappen, voornamelijk tussen instellingen voor hoger onderwijs in programmalanden en bepaalde partnerlanden.

Het doel van deze projecten is deze partnerlanden te ondersteunen bij het:

  • moderniseren, internationaliseren en verbeteren van de toegang tot het hoger onderwijs
  • aanpakken van de problemen waar de instellingen voor hoger onderwijs en de hogeronderwijsstelsels mee kampen
  • intensiveren van de samenwerking met de EU
  • vrijwillig convergeren met EU-ontwikkelingen op het gebied van hoger onderwijs
  • stimuleren van contacten tussen mensen, intercultureel bewustzijn en wederzijds begrip.

Dit gebeurt in het kader van twee beleidsdocumenten en het beleid rond vier aanvullende financieringsinstrumenten:

Wat zijn de mogelijkheden?

Erasmus+ biedt organisaties in partnerlanden die in aanmerking komen, voornamelijk instellingen voor hoger onderwijs, de kans om samenwerking te stimuleren met activiteiten die:

  • de kwaliteit van instellingen voor hoger onderwijs en hun aansluiting op de arbeidsmarkt verbeteren
  • het vaardighedenniveau verbeteren bij (hogescholen en universiteiten) aan de hand van nieuwe onderwijsprogramma’s
  • de capaciteit van het bestuur, beheer, innovatie en internationalisering verbeteren
  • de capaciteit opbouwen van nationale autoriteiten om hun eigen hogeronderwijsstelsel te moderniseren
  • regionale integratie en samenwerking tussen regio's wereldwijd bevorderen

Capaciteitsopbouwprojecten zijn meestal gericht op een van de drie hoofdactiviteiten:

  • ontwikkeling van curricula
  • modernisering van het beheer en bestuur van (hogescholen en universiteiten) en stelsels voor hoger onderwijs
  • versterking van de betrekkingen tussen het hoger onderwijs en de bredere economische en sociale omgeving

Organisaties kunnen kiezen uit twee soorten projecten:

  1. Gemeenschappelijke projecten om organisaties uit partnerlanden te ondersteunen (door het ontwikkelen van curricula, modernisering van het bestuur, enz.)
  2. Structurele projecten om hogeronderwijsstelsels te versterken en hervormingen op nationaal en/of regionaal niveau te stimuleren

Hoe werkt het?

Geïnteresseerde organisaties kunnen een aanvraag indienen als zij deel uitmaken van een consortium. Voor projecten gericht op één partnerland, moet een consortium in principe twee programmalanden omvatten, en:

  • ten minste één (hogeschool of universiteit) in elk deelnemend programmaland
  • ten minste drie instellingen voor hoger onderwijs in het partnerland
  • ten minste evenveel instellingen voor hoger onderwijs in het partnerland als in de programmalanden

Bij projecten die gericht zijn op meer dan een partnerland, moeten ten minste twee in aanmerking komende partnerlanden en twee programmalanden betrokken zijn. Een consortium moet in principe bestaan uit:

  • ten minste één (hogeschool of universiteit) in elk deelnemend programmaland
  • ten minste twee instellingen voor hoger onderwijs in elk deelnemend partnerland
  • ten minste evenveel instellingen voor hoger onderwijs in het partnerland als in de programmalanden

Partnerlanden die in aanmerking komen zijn landen in de regio's 1-4 en 6-11. Bij projecten die gericht zijn op Latijns-Amerika (regio 8) moeten ten minste twee partnerlanden uit deze regio betrokken zijn. Bij projecten gericht op de Russische Federatie (regio 4) moet ten minste één ander partnerland uit een andere regio betrokken zijn. Bij alle structurele projecten moet ook het Ministerie van Onderwijs in het desbetreffende land betrokken zijn.

Een consortium moet worden geleid door de aanvragende organisatie die het voorstel namens het consortium indient en die verantwoordelijk is voor de algemene uitvoering van het project. De aanvragende organisatie moet:

  • een instelling voor hoger onderwijs zijn, bij voorkeur uit een partnerland
  • verenigingen of organisaties van hogeronderwijsinstellingen, of
  • in het geval van structurele projecten, een wettelijk erkende nationale of internationale organisatie van rectoren, docenten of studenten zijn

Organisaties in Libië, Syrië en de Russische Federatie kunnen niet optreden als aanvragende organisatie.

De projectpartners kunnen instellingen voor hoger onderwijs zijn, of openbare of particuliere organisaties die werkzaam zijn op het gebied van de arbeidsmarkt, onderwijs, opleiding of jeugdzaken. Deze organisaties kunnen deelnemen als:

  • Volwaardig partner die actief deelneemt aan het project onder leiding van de aanvragende organisatie
  • Geassocieerd partner die deelneemt aan specifieke taken of activiteiten

Geassocieerde partners worden niet beschouwd als lid van het consortium en ontvangen daarom geen financiële steun van het project.

Wat moet ik nog meer weten?

Capaciteitsopbouwprojecten zijn meestal gericht op drie hoofdactiviteiten:

  • ontwikkeling van curricula
  • modernisering van het beheer en bestuur van instellingen en stelsels voor hoger onderwijs
  • versterking van de betrekkingen tussen hogeronderwijssystemen en de bredere economische en sociale omgeving

Projecten duren meestal twee tot drie jaar. De subsidie varieert van 500 000 tot 1 miljoen euro. Deze kan gebruikt worden om personeelskosten, reiskosten, en de kosten van materiaal en uitbestede activiteiten te dekken.

Instellingen voor hoger onderwijs in programmalanden moeten het Erasmus-handvest voor het hoger onderwijs hebben onderschreven.

Hoe dien ik een aanvraag in?

U kunt online reageren op een van de jaarlijkse oproepen die worden gepubliceerd door het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur.

Meer informatie

U vindt meer informatie in de Erasmus+-programmagids en op de website van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur.

Heeft u dan nog vragen, neem dan contact op met het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur.

Komt u uit regio 1-4 of 7 of bent u geïnteresseerd in samenwerking met een van deze landen, dan kunt u contact opnemen met het Erasmus+-agentschap in dat land.

Komt u uit een programmaland, dan kunt u ook contact opnemen met het Erasmus+-contactpunt van het agentschap in uw eigen land.

Related funding calls

Find out more

The Erasmus+ Programme Guide is the main source of information on capacity building opportunities, although more information on the application process is available from the European Education and Culture Executive Agency.

For further information you can contact the European Education and Culture Executive Agency.

If you are from a country in regions 1, 2, 3, 4 and 6 – or interested in cooperating with institutions from one of these countries, you may wish to contact the National Erasmus+ Office in that partner country.

If you are from an EU Member state or a third country associated to the programme, you can also contact the International Erasmus+ Contact Point in your National Agency.