Context en maatregelen
De hoogste prioriteit van de Europese Commissie is alle deelnemers aan Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps te beschermen, rekening houdend met alle coronamaatregelen die door de EU-landen zijn genomen. Zij doet er alles aan om de studenten, leerlingen, vrijwilligers en andere deelnemers aan de programma’s te helpen om een oplossing te vinden voor hun problemen.
Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps werken voornamelijk via de nationale agentschappen in de programmalanden (de EU-lidstaten plus Noord-Macedonië, Liechtenstein, Noord-Macedonië, Noorwegen, Servië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en IJsland). Deelnemers die moeilijkheden ondervinden, moeten contact opnemen met hun thuisinstelling.
Deze instelling moet dan contact opnemen met het nationale agentschap als het gaat om een gedecentraliseerd project, of met het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) voor gecentraliseerde projecten.
Deze kunnen alle nodige informatie en steun verstrekken aan de getroffen organisaties en deelnemers, op basis van de richtsnoeren van de Commissie.
De Commissie volgt deze situatie op de voet en zal zo nodig extra maatregelen nemen.
Deelnemende organisaties
De Commissie biedt deelnemende organisaties maximale flexibiliteit om hun activiteiten aan te passen aan de huidige situatie, binnen de grenzen van het toepasselijke rechtskader.
Zij heeft de volgende maatregelen genomen:
- Nationale agentschappen mogen zich beroepen op overmacht in alle gevallen waarin de toepassing van de nationale coronamaatregelen gevolgen heeft voor de uitvoering van projecten van het Erasmus+-programma of het Europees Solidariteitskorps. Zo kunnen zij nagaan of zij extra kosten mogen maken vanwege de coronamaatregelen. Deze extra kosten mogen niet meer bedragen dan de totale subsidie voor het project.
- De deadlines van alle geplande activiteiten mogen maximaal 12 maanden per project worden uitgesteld. De maximale duur van projecten mag niet meer dan 36 maanden zijn.
- Duizenden lopende partnerschapsprojecten in het kader van Erasmus+ kunnen worden uitgesteld omdat zij niet in het voorjaar van 2020 konden plaatsvinden.
- De termijnen voor lopende oproepen zijn uitgesteld. Zie de bijgewerkte informatie over de nieuwe termijnen.
- De nationale agentschappen is gevraagd om de problemen op de voet te volgen, vooral die van jongeren en andere deelnemers die momenteel in het buitenland zijn, zodat zij zo snel mogelijk passende hulp kunnen krijgen.
Hoger onderwijs
Instellingen voor hoger onderwijs moeten zo flexibel en pragmatisch mogelijk met deze situatie omgaan en studenten helpen de in hun leerovereenkomsten vermelde resultaten te behalen, ongeacht waar zij zich bevinden, bijv. door online-afstandsonderwijs aan te bieden. De flexibiliteit zorgt er met name voor dat studenten die naar hun thuisland zijn teruggekeerd, hun lessen aan de gastinstelling kunnen blijven volgen, zodat hun via afstandsonderwijs verzamelde ECTS-credits (Europese studiepunten) volledig worden erkend.
Personen die een opleiding hebben afgerond en hun geplande stage in het buitenland moeten uitstellen, hebben na hun studie maximaal 18 maanden de tijd om te starten met de stage (in plaats van de gebruikelijke 12 maanden).
De nationale Erasmus+-agentschappen en instellingen voor hoger onderwijs worden aangemoedigd samen te werken met de lokale afdelingen van het Erasmus Student Network en studentenverenigingen om snel informatie uit te wisselen met studenten in het buitenland, zodat studenten elkaar onderling kunnen helpen. De Commissie werkt samen met de European Students' Union en het Erasmus Student Network om studenten in heel Europa te helpen.
Contact opnemen
Bent u een student of leraar? Neem dan contact op met uw eigen onderwijsinstelling (school of universiteit in uw thuisland).
Onderwijsinstellingen kunnen contact opnemen met het nationaal agentschap in hun land, of, in het geval van gecentraliseerde projecten, met het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur.